Een betrouwbare energievoorziening is van essentieel belang. Niet alleen voor ons welbevinden, ook voor onze economie. Dat geldt ook voor het risico op onderbrekingen. We zagen dat recent in België. De prijs van elektriciteit verviervoudigde en burgers en bedrijven moesten die winter met afschakelingen rekening houden. Niet fijn voor de economie en slecht voor het hart. Gelukkig liep het met een sisser af. Wie is eigenlijk verantwoordelijk voor de betrouwbaarheid van de energievoorziening? Een rondje langs de velden.
De overheid, denkt u. Om precies te zijn: de minister van Economisch Zaken en Klimaat (EZK). Maar nee. We hebben de energiemarkt geliberaliseerd en daarmee de overheid op afstand gezet. Die beperkt zich nu tot de randvoorwaarden. De spelers in de markt moeten het doen! Ook als het niet waait, als het koud is, of als de LNG niet onze kant op komt. Exit overheid.
Veel mensen denken dat Gasunie en TenneT verantwoordelijk zijn. Ook niet. Deze netbeheerders regelen de buizen en kabels, binnen bepaalde randvoorwaarden. Maar ze mogen zich niet bemoeien met de moleculen en elektronen. En laat daar de betrouwbaarheid van de energielevering nu net van afhangen.
Wel monitoren Gasunie en TenneT de energiemarkt. Ze zijn daarbij echter afhankelijk van wat anderen hen vertellen en die weten het ook niet. In het rapport ‘Monitoring Leveringszekerheid’ schrijft TenneT uitgebreid over de vele onzekerheden in vraag en aanbod van elektriciteit de komende 10 jaar. Een cruciaal hoofdstuk.
“Individuele producenten en leveranciers kun je niet verantwoordelijk stellen”
Zo gaat TenneT er in haar analyse van de leveringszekerheid, conform het Klimaatakkoord en bij gebrek aan beter, vanuit dat de elektriciteitsvraag niet groeit. Vervolgens concludeert ze dat er “vanaf 2025 leveringszekerheidsrisico’s ontstaan door afname van thermisch vermogen en vele onzekerheden op de Europese elektriciteitsmarkt”. Stel u nu eens voor dat de elektriciteitsvraag wel groeit. TenneT waarschuwde daarvoor heel helder. Energeia pakte dat op met een kop: “TenneT wil leveringszekerheid tussen de oren krijgen”. Maar het bleef het stil. Geen vette krantenkoppen. Zelfs geen Tweede Kamervragen. Ja, aan wie eigenlijk?
De ‘markt’ moet het doen! Immers, bij schaarste gaan de prijzen omhoog en wordt geïnvesteerd, waardoor die schaarste vanzelf weer verdwijnt. Klaar. In de economieboekjes gaat dat zo. In de praktijk niet. Investeringen vergen een lange doorlooptijd, terwijl we de gas- en elektriciteitsmarkten juist naar de korte termijn hebben ingericht. Bovendien worden in Noordwest-Europa zon en wind ruimhartig gestimuleerd. Dat drukt kunstmatig de prijzen. Overigens kun je individuele producenten en leveranciers niet verantwoordelijk stellen. Die zijn slechts verantwoordelijk voor de eigen bestaande portfolio.
“De minister van EZK is de kop van jut, ook in een vrije energiemarkt”
De consumenten dan? Volgens dezelfde economieboekjes daalt de vraag als de prijs door schaarste stijgt. Deels zal dat via een soort vrijwilligheid gaan, doordat bij schaarste de elektriciteitsprijs stijgt tot het 10- of 100-voudige. U stopt dan met het laden van uw EV en de industrie legt haar productie stil. De andere optie is gedwongen afschakeling: laadpalen geven dan enkele uren of dagen geen of veel minder stroom of trekken zelfs uw accu leeg. Heel vervelend. Ga dat als minister maar eens uitleggen. Monddoekjes zijn al lastig genoeg. Dus voordat het zover is, zijn we heel wat jaren verder.
De ACM dan? Zij draagt zorg voor een goed functionerende markt. Dat is een betrouwbare markt, met een adequaat investeringsklimaat, lijkt me. Maar nee. Hier geldt zoals bij alle anderen: de ACM heeft wel invloed, maar is niet verantwoordelijk. En ook die invloed is trouwens nogal beperkt, want veel regelgeving komt uit Europa. Daar zit de ACM weliswaar aan tafel, maar ze moet dan wel 26 andere regulators weten te overtuigen en dat is niet eenvoudig. Elk land heeft immers een eigen belang. Bovendien is de ACM strak gebonden aan de Nederlandse wetgeving.
Dat brengt ons weer terug bij de minister van EZK. Hoewel misschien niet fair, het is niet anders. Hij is de kop van jut. Ook in een geliberaliseerde energiemarkt. Tijdens de stroomcrisis in Californië in 2000/2001 kregen aanvankelijk de producenten en de leveranciers de schuld. Later bleek dat de regulering nogal ongelukkig in elkaar zat. In de praktijk werd de zittende gouverneur weggestemd en kon Republikein Arnold Schwarzenegger als sterke man in het altijd Democratische Californië zijn opwachting maken. De directe oorzaak voor de problemen was trouwens het uitblijven van de ingecalculeerde stroomtoevoer uit omringende staten. Het was nogal droog dat jaar en zij hadden hun waterkracht zelf nodig. Er was nog zo voor gewaarschuwd.
“Mijn voorstel: laten we een voorbeeld nemen aan de oliemarkt”
Nederland is eveneens nauw verbonden met haar buurlanden en wordt daar steeds meer afhankelijk van. Met gas en elektriciteit. In spreadsheets werkt dat fijn: zodra hier een tekort is, komt het buitenland te hulp. De praktijk is anders. Als het hier koud is, is dat ook in de buurlanden het geval. En tijdens windstille perioden waait het daar ook niet of nauwelijks. Bovendien sluiten België en Duitsland hun kern- en kolencentrales, waarbij ze er juist op rekenen dat Nederland als back-up fungeert. U snapt, het energiebeleid in onze buurlanden bepaalt mede de leveringszekerheid in Nederland. TenneT beveelt dan ook aan de ontwikkelingen in de buurlanden “nauwlettend te blijven volgen.”
Een beetje mager, als ik zo vrij mag zijn. Prima om bij incidenten op buurlanden te rekenen. Maar afhankelijkheid tijdens windstil weer of in zeer koude perioden, met grote kans op ‘common cause’, zou moeten worden voorkomen. Mijn voorstel: laten we een voorbeeld nemen aan de oliemarkt. Elk land draagt, in dit geval via een strategische voorraad, haar steentje bij aan de betrouwbaarheid van het systeem. Samen staan we sterk. Geen gek principe, lijkt me.
Wellicht dat de minister van EZK zo’n principe, of iets vergelijkbaars, samen met de buurlanden wil uitwerken en omzetten in beleid. Daar moeten we niet te lang mee wachten. Door ingewikkelde nationale en internationale regelgeving vergt zoiets al gauw 5 jaar of langer. Voor 2025 zijn we dus al te laat. Dat wordt dus billenknijpen. Zeker als de elektriciteitsvraag stijgt. Maar voor 2030 moet het nog kunnen. De betrouwbaarheid van de energievoorziening is te belangrijk om niet adequaat te regelen.