"De huidige geopolitieke onrust vertaald zich (nog) niet in de olieprijzen"
Het opheffen van de sancties tegen Iran is door de oliesector met gemengde gevoelens ontvangen. Veel producenten hopen vurig op enig prijsherstel dit jaar. Maar vooralsnog is van herstel geen sprake. Integendeel, met de opslagtanks tot de nok toe gevuld en de terugkeer van Iran op de oliemarkt met wellicht een extra half miljoen vaten, neemt het overschot op de internationale markt alleen maar toe. In het nieuwe jaar zakte de olieprijs tot onder de $30 per vat, de eerste keer sinds 2003. Een herstel naar meer comfortabele olieprijzen voor oliebedrijven en landen lijkt ver weg. Het ontbreekt aan een marktmeester, waardoor het hervinden van marktevenwicht afhangt van besluiten in vele, vele directiekamers. Inmiddels is de reële olieprijs (in dollars 1998) volgens Bloomberg gezakt tot een niveau van $17. Het is een indicatie van de pijn die alom in de industrie wordt gevoeld.Surplusproductie, zwakke vraag
Het overschot op de internationale oliemarkt wordt niet alleen veroorzaakt door de snel gestegen olieproductie in de VS in de afgelopen jaren. Ook OPEC produceert meer olie in een poging marktaandeel te behouden. Sinds mid-2014 concurreren OPEC-landen ook onderling om marktaandeel te behouden en probeert ook Rusland marktaandeel te veroveren in de Aziatische markt. Behalve in de VS is echter de vraag naar olie in enkele belangrijke markten zwak te noemen. De Europese oliemarkt heeft nog weinig gemerkt van de opleving van de economie. De economische onheilstijdingen vanuit China maken een einde aan de trekkersrol van het land op het gebeid van grondstoffen en energiemarkten. Nog niet zo lang geleden was China verantwoordelijk voor het merendeel van de groei van die markten. Nu de groeivertraging in China een feit is en de supercyclus voorbij, zijn veel markten over-geïnvesteerd. De zwakke economische groei van veel economieën biedt de olieproducenten weinig hoop op een snel herstel van de olieprijs.
““Saoedi-Arabië heeft hervormingen aangekondigd om het begrotingstekort te beheersen””
Bescheiden herstel verwachtingen
In
de meest recente korte termijn prognose (12 januari 2016) van het Amerikaanse
Energy Information Agency (EIA) wordt uitgegaan van een gemiddelde olieprijs
van $40 voor 2016 en $50 voor 2017. Dat is laag, zeer laag vergeleken bij de
olieprijzen in de voorbije jaren. In 2014 was de gemiddelde prijs voor een vat
Brent nog bijna $99, waarna de gemiddelde prijs in 2015 uitkwam op iets meer
dan $52. De periode van gemiddeld hoge olieprijzen van 2005-2008 en 2010 tot
mid-2014 heeft forse investeringen in nieuwe olie- en gasproductie opgeleverd.
In de VS groeide de productie drie jaar achter elkaar met meer dan een miljoen
vaten per dag. In de periode van relatief hoge prijzen werden oliebronnen in
productie genomen met relatief hoge kosten. Inmiddels hebben ondernemingen
flink gesneden in de kosten, de efficiëntie verbeterd en de meest marginale
projecten uitgesteld. Inmiddels zijn miljarden aan projecten voorlopig
geschrapt. Ook Saoedi-Arabië heeft hervormingen aangekondigd om het
begrotingstekort te beheersen. Zo zijn de benzineprijzen verhoogd, een
maatregel die wellicht al langer werd overwogen in het lange termijnbeleid van
het land, maar die met de huidige politieke en economische stress nu
gemakkelijker in te voeren is. Tegelijkertijd worden de hervormingen in
Saoedi-Arabië in de ‘markt' opgevat als een signaal dat het internationale
oliebeleid voorlopig niet veranderd, zodat voor de andere spelers in de markt
de leniging van de pijn niet daar vandaan zal komen. Zolang een Saoedisch vat
ingesloten olie zal worden opgevuld door een vat olie van elders, OPEC en
niet-OPEC, ontbreekt de logica van een wijziging van het beleid van het land.
Waar is de geopolitieke premie?
In het verleden leidde geopolitieke onrust meestal tot een premie op olie.
Met de onrust in Oost-Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten zou er
voldoende aanleiding voor een dergelijke premie moeten zijn. Echter, het verdiepen
van de conflicten gaat deze keer gepaard met een intensivering van de malaise
op de internationale oliemarkt. De huidige geopolitieke onrust vertaald zich dus
(nog) niet in de olieprijzen. Het surplus in de markt is te groot en de olie
‘at risk' valt daarbij nog in het niet. Ook geopolitiek is er dus sprake van
deflatie, althans wat de olieprijs betreft.
Nieuwe tijden
Uiteindelijk zal het surplus in de oliemarkt weggewerkt worden. Het is echter
niet zeker of de tijden van een paar jaar geleden zullen terugkeren. Terwijl de
investeringen in olie met miljarden afnamen, stegen de investeringen in
hernieuwbare energie fors door. Ook in de transportbrandstoffen, waar de
positie van olie altijd zeer dominant is geweest, zullen nieuwe energievormen
marktaandeel veroveren en de toekomstige groeimogelijkheden van olie mede
bepalen. Enerzijds is daar de potentie aan vraag in Azië, anderzijds de
stagnatie in andere markten, zoals Europa. Olie is en blijft een dynamische
puzzel.
Coby van der Linde is directeur van het Clingendael International Energy Programme (CIEP)