Zoeken

Olie en gas zijn een wankele basis voor machtspolitiek

Rob de Wijk: Venezuela, Iran en Rusland in grote problemen

Volgen nieuwe bezuinigingen op het besluit de Groningse gaskraan een beetje dicht te draaien en zo ja, wie gaat dan de rekening betalen? Het is een mooi voorbeeld van de kwetsbaarheid van overheidsfinanciën als die gevoed worden door een inkomstenbron waarvoor niet veel hoeft te worden gedaan. Als in Nederland al velen hun hart vasthouden, hoe moet de stemming dan wel niet in landen zijn die voor hun inkomsten grotendeels afhankelijk van olie en gas zijn?

Neem Venezuela. Daar sloeg president Maduro zijn ‘troonrede' over om de wereld af te reizen op zoek naar financiële steun. Het land was al in recessie, maar door de lage olieprijzen is nu sprake van ontwrichting. De inflatie bedraagt inmiddels 100 procent. Er komt nu zo weinig geld in het laatje dat basisbehoeften niet meer geïmporteerd kunnen worden. De situatie is nu zo erg dat het leger wordt ingezet om de rijen voor de winkels in de hand te houden en om te controleren dat mensen niet meer dan tweemaal per week kip kopen. Opstanden dreigen omdat de staat zich niet langer subsidies op basisbehoeften, inclusief benzine kan veroorloven. Venezuela is vermoedelijk het land dat het hardst door de lage olieprijzen getroffen is. De socialistische heilstaat die dreef op gesubsidieerde goederen en diensten, blijkt op drijfzand te zijn gebouwd.

En dan is er Iran. De Iraanse bereidheid om vaart te maken met een deal over het atoomprogramma zou kunnen zijn ingegeven door de tegenvallende energieopbrengsten. President Hassan Rouhani stelde op 4 januari jl. terecht vast dat een geïsoleerde economie niet kan bloeien. Opmerkelijk is dat kort daarop de minister van buitenlandse zaken Mohammad Javad Zarif met nieuw elan naar een oplossing voor het nucleaire vraagstuk met het Westen zocht. Weer iets later merkte de Opperste Leider Ali Khamenei op dat het Westen niet vertrouwd kan worden, dat de sancties toch niet worden opgeheven en dat Iran zich op bittere tijden moet voorbereiden. Maar als er een deal komt, dan zou dat wel degelijk kunnen leiden tot het opheffen van de sancties waardoor de economie weer wat lucht kan krijgen.

““Militair stelt Europa niet veel voor, maar economisch kan het aanzienlijke schade aanrichten””

Voor Rusland is het niet veel anders. Lage energieprijzen en sancties hebben de Russische leiders gedwongen tot harde bezuinigingen. De Roebel is inmiddels 50 procent van zijn waarde ten opzichte van de euro kwijt. In 2014 heeft 150 miljard dollar het land verlaten, hebben de grote Westerse banken zoals Citigroup hun belangen in Rusland met 10 tot 25 procent verminderd, laten buitenlandse investeerders het afweten en wordt door al deze rampspoed 4 procent economische achteruitgang voorspeld als de olieprijs op 60 dollar per vat stabiliseert. Poetin maakte bovendien de misrekening dat vooral de Europese Unie ‘slappe hap' is. Militair stelt Europa niet veel voor, maar economisch kan het aanzienlijke schade aanrichten. Nadat Rusland al gedwongen was het Southstream project in zijn geplande vorm te stoppen, heeft nu de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) een streep gezet door het Hongaarse plan om een door Rusland te leveren kerncentrale te bouwen. Dat is ook een streep door de rekening van premier Orbán, die juist wel de banden met Rusland wil aanhalen. Vorig jaar leende hij 10 miljard euro van Rusland om de centrale, die 12 miljard euro moet gaan kosten, te kunnen bouwen. De messen worden in Brussel verder geslepen. De EU dreigt nu een oordeel te vellen over de vraag of Gazprom zijn positie heeft misbruikt om prijzen te beïnvloeden. Zo ja, dan krijgt Gazprom een miljardenboete. Juist de combinatie van tegenvallende olie-inkomsten en sancties, maakt de situatie in potentie op termijn onbeheersbaar.

Wat deze landen met elkaar gemeen hebben, is de wens een machtige regionale speler te worden. Venezuela heeft de afgelopen jaren zijn best gedaan om een anti-Amerikaanse coalitie te vormen. Iran strijdt met Saudi-Arabië en Turkije om regionale dominantie in de Golf. Daarom steunt Teheran de Syrische president Assad, de Iraakse regering en terroristische organisaties als Hezbollah. Rusland bezuinigt op alles, behalve op defensie. Want die is hard nodig voor de strijd in Oekraïne en als afschrikking van de NAVO. In alle gevallen is het duidelijk dat olie- en gasexporten een uiterst wankele basis voor machtspolitiek zijn.

Rob de Wijk

Rob de Wijk is directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden. In zijn column gaat hij in op de energievoorziening in het licht van de internationale verhoudingen.