Een bijzonder moment tijdens de afgelopen begrotingsbehandeling van klimaat en groene groei. Na een beoordeling van PBL in KEV 2024, waaruit bleek dat de plannen van het kabinet-Schoof duidelijk te kort schoten om de eigen doelen te halen, stelde minister Hermans dat het ‘haar inzet’ was om die doelen alsnog wel te halen. Bovendien moest er ook rekening worden gehouden met de uitvoering. Een goede verstaander had genoeg gehoord: de minister zet de bocht in, die iedereen al sinds de totstandkoming van dit kabinet zag aankomen. Kort gezegd: de coalitie gaat er heel lang over praten, maar gaat het eigen gestelde doel van 55% in 2030 niet halen.
De Kamer reageerde geprikkeld, maar kon door haar eigen verdeeldheid geen vuist maken om er verandering in te brengen. Ter linkerzijde was vooral sprake van verontwaardiging. Of er geen pakket voor de kerst kon liggen, vroeg D66 en of dat niet met de Kamer kon worden besproken. De eigen rol van deze partij in de afgelopen periode is al flink in de vergetelheid geraakt. Ter rechterzijde heeft men de indruk dat er geen sprake is van klimaatcrisis en het politieke midden is in zetels wat dun bezaaid. Helaas.
“Het Nederlandse CO2-reductiedoel zou steeds minder belangrijk moeten worden”
Laat ik voor de zekerheid maar even voorop stellen: meer CO2-reductie is beter dan minder. 55% is beter dan 49%. En 60% is beter dan 55% enzovoorts enzovoorts. Maar een doel stellen dat niet haalbaar is, is onverstandig. En een doel stellen voor de Nederlandse industrie terwijl Europees beleid daar al toe dwingt, is ook onverstandig. Het argument dat vaak gebruikt wordt om wel aparte doelen te stellen, zoals voor de Nederlandse industrie, is dat we voorop willen lopen. De vraag of dat doel ook praktisch haalbaar is, wat daarvoor nodig aan infrastructuur en niet in de laatste plaats hoeveel geld dat doel kost, wordt vaak niet gesteld.
Het Nederlandse doel zou steeds minder belangrijk moeten worden. Met de invoering van ETS 2 zal zo’n 70-75% van de nationale emissies worden gedekt door emissiehandelssystemen die in 2039 en 2043 geen emissies meer toestaan. Als die hun werk doen, kan Nederland zich op de rest richten en dan komen we precies uit waar we willen uitkomen.
En dat is nu precies waar de schoen wringt. Het PBL heeft in haar KEV 2024 wel heel weinig vertrouwen in beide systemen en gaat er vanuit dat prijzen te laag zullen zijn om reductie te drijven. Dat is me nogal een inschatting. Veel rapporten van analisten gaan bij ETS2 uit van hogere prijzen dan dat het PBL nu doet en dat er met name aan de aanbodkant sprake zal zijn van krapte.
“Het enige debat in Nederland in de politiek gaat over de kosten of wat we met de opbrengsten gaan doen”
PBL signaleert terecht dat er sprake is van grote onzekerheden. En wie het politieke debat rond ETS 2 volgt, begrijpt de zorgen van het PBL. Het enige debat in Nederland in de politiek gaat over de kosten of wat we met de opbrengsten gaan doen. Terwijl het systeem in 2027 voor de deur staat, de NEa is begonnen met de voorbereidingen net als de brandstofleveranciers op wie de verplichting zou rusten. Dat het systeem niet goed zou gaan werken zou zeker kunnen, maar dat is wel een politieke inschatting.
En misschien zit in het ETS 1 en ETS 2 wel de oplossing voor deze coalitie. Zorg nou dat de terechte zorgen over oplopende kosten worden geadresseerd, en zorg vooral dat dat systeem haar werk kan gaan doen. 35% van Nederlandse emissies valt onder ETS2 en zeker in de sector mobiliteit is de trend de verkeerde kant op. Maak je in Europa hard voor een stevig slot op de deur voor beide ETS-systemen. En zorg voor aanvullend beleid daar waar de prijsvorming van beide systemen nog onvoldoende is, maar richt je daarbij op de invulling van dat ETS 1 en ETS 2-doel, in plaats van een apart Nederland doel zoals met de Nederlandse industrie is gebeurd.
Als deze coalitie dat doet, kan ze niet alleen de bocht maken voor minder CO2-reductie in Nederland, maar heeft de bocht ook nog een positief effect op de Europese uitstoot.