Jan Paul van Soest: "Veel te leren van Duitse stakeholdersdialoog"
Inspiratie haal ik tegenwoordig bij
onze oosterburen, ik schreef
dat al eerder. Winkelen in Duitsland is niet alleen interessant als het om hernieuwbare
energie gaat, ook op het gebied van fossiel kunnen we nog van Duitsland leren.
We kunnen leren hoe het niet moet, en
leren hoe het wel moet.
Hoe het niet moet: fossiele
energie, in het bijzonder bruinkool, bevorderen. Bij de huidige randvoorwaarden
en beleidsmaatregelen ontwikkelt de energiehuishouding in Duitsland (maar ook
elders) zich schizofreen: duurzame energie groeit hard, maar (bruin)kolencentrales
blijven vooralsnog behoorlijk overeind. De winning van bruinkool wordt in
Duitsland sinds jaar en dag met allerlei directe en indirecte
en verborgen regelingen bevorderd. De duurzame-energiewetgeving heeft tot een
nieuwe, perverse prikkel geleid: de elektriciteit die gebruikt wordt bij de
bruinkoolwinning is vrijgesteld van de heffing waarmee hernieuwbare energie wordt
gefinancierd. Alsof de exploitanten van een bruinkoolmijn anders bij Venlo de
grens over zouden gaan om daar verder te graven.
Leerzaam: zo moet het niet. Maar
kom als land maar eens los van zo'n benadering, die van oudsher gesteund wordt
door onder meer de vakbonden en de SPD.
We hebben in Nederland ook zo onze
geschiedenis en eigenaardigheden waar we maar moeilijk los van komen. Dat leert
onder meer de vergelijking tussen het debat over schaliegas in ons land, in
vergelijking met de Duitse schaliegasdialoog
die zich daar de afgelopen 2 jaar heeft afgespeeld. Dat was een goed gemodereerd
traject met als kern: het organiseren van een doortimmerde en breed
geaccepteerde wetenschappelijke kennisbasis die aansluit bij de zorgen van de relevante
stakeholders. Kwaliteit boven prijs, was het motto. Hierop kan ieder zijn mening
(wel of niet schaliegas, en indien wel: onder welke voorwaarden?) baseren,
zonder dat de kennis zelf telkens in de meningenstrijd ter discussie staat. De
stakeholders bepaalden de issues die nader werden onderzocht en die later
plenair en in werksessies werden besproken.
Initiatiefnemer en financier was
opmerkelijk genoeg ExxonMobil Duitsland, die zich aan alle door de moderatoren
opgelegde spelregels van openheid en transparantie hield, en zijn toezeggingen
die tijdens het proces werden gedaan gestand deed, zoals de opschoning van de portfolio
aan inzetbare frack-vloeistoffen.
Vanwege maatschappelijk-culturele
verschillen is het proces niet exact in ons land te kopiëren, maar er is wel
van te leren.
Is Duitsland is het vertrouwen in
kennis en wetenschap merkbaar groter dan bij ons. Maar, zo realiseerde ik me,
terugblikkend op de schaliegasdialoog na de slotsessie met moderator en tevens
goede vriend Christoph Ewen:
dat is zowel oorzaak als gevolg van onze andere visie op de inzet van kennis
voor besluitvorming.
““Kennis is bij ons een wapen in de strijd om belangen en wereldbeelden, een bokshandschoen waarmee de dreun wordt uitgedeeld””
In Duitsland wordt de benodigde
kennis geproduceerd door de Wetenschap met hoofdletter W, om te Weten hoe het
zit. In Nederland wordt de kennis geproduceerd door ingenieursbureaus, niks mis
mee, maar niet primair kennis om te weten maar kennis om te doen. Op die
kennisproductie wordt bovendien, Angelsaksisch en niet Rijnlands, via tenders
ingetekend. In zo'n procedure bepaalt de opdrachtgever, niet de samenleving
c.q. de stakeholders, de vraagstelling. Twijfels over de motieven van de
opdrachtgever vertalen zich automatisch door als twijfels aan de kennis die zo
in opdracht wordt gemaakt. Kennis wordt zo gezien als onderbouwing voor een
opdrachtgever (in dit geval: het ministerie van Economische Zaken) die een
agenda heeft, in plaats van als onweersproken informatiebasis waarop
stakeholders met uiteenlopende meningen zich kunnen baseren. Kennis krijgt hier
dan de geur van machtsmiddel in de maatschappelijke arena, een middel om een
plan of een belang door te duwen. In die arena zien andere belangen zich
genoodzaakt hun zienswijze kracht bij te zetten door andere bureaus op de vrije
kennismarkt ‘in te huren' voor een contra-expertise.
Kennis is bij ons een wapen in de strijd om belangen en wereldbeelden, een bokshandschoen waarmee de dreun wordt uitgedeeld; die kennis wordt dan ook al snel gewantrouwd. In Duitsland is kennis een gemeenschappelijke basis, geen bokshandschoen maar het touw dat afbakent binnen welke kaders de bokspartij plaatsvindt. Die kennis wordt geaccepteerd.
Een open vraag is of dat
uiteindelijk uitmaakt voor de besluitvorming. Wat schaliegas betreft kan het in
elk van beide landen nog ja of nee worden. Als
het ja wordt, hebben door het dialoogproces de Duitse besluitvormers en
betrokkenen een betere basis hebben om de juiste randvoorwaarden op te leggen.
En veel betrokkenen hebben het gevoel hebben gehad dat hun stem en belangen in
elk geval zijn gehoord. Als het nee
wordt, geldt in elk geval dat veel partijen in elk geval beter hebben geleerd
zich in elkaars zienswijzen en belangen te verdiepen. Materieel voor de kwestie
schaliegas maakt dat misschien niet zo uit, maar goede manieren om met
verschillende opvattingen in een samenleving om te gaan zijn op zichzelf al wat
waard.
Jan Paul van Soest is partner bij De Gemeynt,
samenwerkingsverband van adviseurs, denkers en entrepreneurs, zie www.gemeynt.nl