Eind december publiceerde de EU een concept ‘taxonomie’ richtlijn. Ze concludeert daarin dat, onder strikte voorwaarden, kern- en gascentrales mogen worden aangemerkt als installaties die “aanzienlijke bijdragen leveren aan de broeikasgasreductie, terwijl de schade die ze aan het milieu veroorzaken niet wezenlijk anders is dan bij andere groene technologieën.” Het concept ontlokte een storm aan protest. Op 2 februari heeft de Europese Commissie het concept in vrijwel ongewijzigde vorm overgenomen. De lidstaten en het Europarlement mogen nu hun zegje doen, waarna de regelgeving op 1 januari 2023 in gaat.
Doel van de taxonomie richtlijn is “investeringen te bevorderen die een aanzienlijke positieve impact hebben op het klimaat en het milieu.” Dat soort investeringen krijgt een speciale kwalificatie waar banken goede sier mee kunnen maken. De verwachting is daarom dat ze een lagere rente zullen eisen, wat de financierbaarheid ten goede komt. Tot nu toe gold dat voor investeringen in zon en wind, maar ook biomassa en stuwdammen vallen hieronder.
“De ongemakkelijke waarheid: wat betreft broeikasgasemissies scoort kernenergie beter dan wind en zon”
Er wordt al vanaf 2018 gewerkt aan deze richtlijn, inclusief vele discussierondes en studies. Toch toonden sommigen zich verrast en uitermate kritisch. Grote woorden werden daarbij niet gemeden en de waarheid werd weer eens geweld aan gedaan. Zo suggereerde men dat dankzij de richtlijn voortaan alle investeringen in aardgas en kernenergie groen zouden zijn. Niets is minder waar. Ieder die de moeite neemt de Annex van de richtlijn taxonomy-regulation-delegated-act-2022-631-annex-1_en.pdf (europa.eu) door te bladeren, ziet meteen dat uw nieuwe HR-ketel echt niet plotsklaps groen wordt. Ook de kerncentrale Borssele voldoet trouwens niet aan de criteria.
Dat kernenergie zou worden toegevoegd, was al lang duidelijk. Zo concludeerde het EU Joint Research Centre in 2021 in lijvig rapport waarin ze de stand van de wetenschap analyseerde: “The analyses did not reveal any science-based evidence that nuclear energy does more harm to human health or to the environment than other electricity production technologies already included in the Taxonomy as activities supporting climate change mitigation”. En eveneens in 2021 concludeerde de UNECE, onderdeel Verenigde Naties, dat de lifecycle emissies van kernenergie gemiddeld 6 gram CO2/kWh zijn. Van wind op land 12 gram, voor wind op zee 18 gram en voor zonPV 30 gram CO2/kWh. Natuurlijk zijn dit soort cijfers afhankelijk van allerlei aannamen. Zo zullen zonnepanelen uit China of Vietnam slechter scoren dan uit Duitsland. Maar anderen, ook het IPCC, komen tot vergelijkbare conclusies. De ongemakkelijke waarheid: wat betreft broeikasgasemissies scoort kernenergie beter dan wind en zon.
“Ik voorspel dat er in de EU erg weinig van dergelijke ‘groene’ aardgascentrales zullen worden gebouwd”
Dan aardgas. Beter gezegd: elektriciteitsproductie met aardgas, want alle andere vormen van aardgasverbruik zijn uitgesloten. Twee toepassingen worden in de richtlijn genoemd. In de eerste plaats zijn dat aardgascentrales met een lifecycle emissie van slechts minder dan 100 gram/kWh. Het reeds genoemde UNECE concludeert dat aardgascentrales een lifecycle emissie van 500 gram hebben. Om de vereiste 100 gram te bereiken, moet een aardgascentrale dus worden uitgerust met CO2-afvang en opslag. Die centrales moeten nog ontwikkeld worden. En zelfs dan zal het niet meevallen de 100 gram/kWh te halen. Zowel bij de bouw van de centrale en de CCS-infrastructuur als bij de productie van aardgas en verwerking van CO2 zullen de meest stringente maatregelen genomen worden om broeikasgasemissies te beperken. Amerikaans schaliegas zal zich niet kwalificeren, vermoed ik. Tot slot moet alles extern onafhankelijk geverifieerd en jaarlijks gerapporteerd worden. Ga er maar aan staan als investeerder! De moed zakt je in de schoenen. Ik voorspel dat er in de EU erg weinig van dergelijke ‘groene’ aardgascentrales zullen worden gebouwd.
De tweede optie is elektriciteitsproductie met een CO2-emissie van maximaal 270 gram/kWh of een piekinstallatie, bijvoorbeeld een gascentrale met 400 gram/kWh en maximaal 1375 draaiuren per jaar. In dit geval geen lifecycle emissies. Wel de jaarlijkse rapportageverplichtingen door een onafhankelijke auditor.
De 270 gram is te halen met een zeer efficiënte WKK-installatie, in combinatie met lage temperatuur benutting van de restwarmte zoals stadsverwarming. Immers, als er met een WKK alleen stoom wordt gemaakt, komt de emissie voor het elektriciteitsdeel uit op 300 gram en dat is teveel. Momenteel worden in de EU veel grote stadsverwarmingsystemen gevoed met afvalwarmte uit oude kolen- en bruinkolencentrales. Wanneer je die centrales wilt sluiten, dan moet er een alternatief zijn als voeding voor het warmtenet. Dat kan met biomassa, zoals in Denemarken. Maar (geïmporteerde) duurzame biomassa is niet altijd in voldoende hoeveelheden beschikbaar. Aardgas is dan het enige alternatief op korte termijn, waardoor in elk geval de oude kolencentrale, met een emissie van 1.000 gram/kWh of meer, kan worden gesloten. Oplossingen met geothermie of all-electric vergen namelijk enorm veel tijd, zoals we inmiddels ook in Nederland hebben geleerd.
“Zo mogen alleen landen die zich gecommitteerd hebben aan de kolen-exit meedoen”
Ook hier een lijst met strikte voorwaarden. Zo mogen alleen landen die zich gecommitteerd hebben aan de kolen-exit meedoen. Ook moet aangetoond worden dat een oplossing op basis van hernieuwbare energie, waaronder biomassa, niet mogelijk is. Bovendien mag de capaciteit van de gas-WKK of piekinstallatie niet groter zijn dan 15% van de te vervangen kolencapaciteit. Het sommetje is dan dat 100% van de capaciteit van een (oude) kolencentrale met, zeg 1000 gram/kWh, wordt vervangen door 15% met een gas-WKK met maximaal 270 gram. Een CO2-reductie van omstreeks 95%! Voor een piekinstallatie kom je uit op dezelfde reductie. Lang niet gek, dunkt me.
Maar dat is nog niet alles, want uiterlijk in 2035 moet de aardgas-WKK of piekinstallatie worden overgeschakeld naar CO2-vrij gas. De richtlijn gaat in 2023 in. Een optimistische veronderstelling is dat de centrale onder deze richtlijn in 2028 draait. Vervolgens moet dan al zeven jaar later, in 2035, worden overgeschakeld naar groen gas of waterstof. Oftewel: waar hebben we over?
Ik concludeer dan ook dat er feitelijk bijzonder weinig reden is veel stampij te maken over de taxonomierichtlijn van de Europese Commissie, die immers de weg baant naar zeer forse CO2-reducties. Dat het toch gebeurt, geeft te denken.