“Maar, meneer, deze fiets is elektrisch en dus duurzaam.” Bij het stoplicht vroeg ik aan twee jonge hockeymeisjes op een fatbike en in de clubkleuren van mijn eigen hockeyclub, of ze gewonnen hadden. Inderdaad. “Mooi”, zei ik. “Ik heb tot twee jaar terug bij jullie club gespeeld.” De meisjes: “Wat goed dat u zo lang heeft kunnen hockeyen. Hoe deed u dat?” In mijn belerende bui zei ik dat ik conditioneel in orde bleef door nooit elektrisch te fietsen. En toen kwam dus hun jeugdige wijsheid dat elektrisch sowieso duurzaam is. Duurzamer dan spierkracht? In deze fatbike komt alles terug van het klimaat- en energiebeleid.
Na twee maanden rust, kwam begin september de Tweede Kamer weer bij elkaar. En omdat alle echt grote vraagstukken in de vakantieperiode waren opgelost, ging het eerste debat over de wildgroei van de fatbike. Alle andere problemen konden even wachten. Minister Barry Madlener van Infrastructuur en Waterstaat moest naar het parlement komen om dit doorschietende probleem te bespreken. En dan komt er veel bij elkaar. Een heerlijk debat van herkenning voor ons als volgers van het klimaat- en energiebeleid.
“Ook is het een idee - linkse steden hebben de blauwdruk al klaar liggen - te werken met fatbikevrije zones”
Moet de overheid deze fatbike tolereren, beperken, stimuleren, reguleren, verbieden, een onderzoekscommissie instellen, ontdoen van schadelijkheden, veiliger maken, het gebruik verminderen, aanhaken bij Europees beleid (als dat er is), opschalen naar VN of WTO-niveau of een taskforce optuigen? Iedere genoemde beleidsoplossing is beproefd in de energiesector en heeft nadelen. Tolereren? Te lang is de uitstoot van allerlei schadelijke stoffen door industrie getolereerd. Dat heeft dus nadelen en leidt niet tot oplossingen; ook niet bij de fatbike. Beperken? Dat is in de landbouw veel gebruikt, maar dan krijg je te maken met herverdelingsvraagstukken en protesten. En met een groeiende bevolking is dat lastig Stimuleren? Dat liever niet, want er zijn al genoeg fatbikes. En dan is het als met zonnepanelen die de overheid stimuleerde: netcongestie op spitsmomenten. Reguleren? Dat is een optie, maar leidt tot weer meer regeldruk. Daar lopen ook het verduurzamingsbeleid en veel andere nuttige oplossingen op vast; geterroriseerd door bureaucratie en onkunde. Ook het verkeer heeft al genoeg regeltjes en een waaier aan snelheidsvoorschriften. Verbieden? Dat zien we bij kolencentrales, hoewel door stroomtekort deze toch weer even nodig zijn. En op welke grond verbied je de fatbike? De overheid is in zware onderhandelingen met de exploitanten van de kolencentrales en het woord compensatie valt vaak. Fatbike-eigenaars (of hun juridisch geschoolde ouders) zullen massaclaims indienen. Een onderzoekscommissie? Dat is beleidsmatig altijd risicoloos. Je adresseert het probleem. Je doet wat. Je kunt subtiel sturen. En Kamerleden gaan verder met de waan van de dag. TNO, politie, Jeugdzorg, EV-specialisten, medici, de ANWB en nog enkele organisaties nemen zitting in deze commissie en het probleem inclusief de fatbike is veilig geparkeerd. Menig energievraagstuk is op deze manier kaltgestellt of op de lange baan geschoven. Ontdoen van schadelijkheden? In de energiesector vaak ingezet om CO2, NOX, fijnstof, etc. af te vangen. Filters, opslag bij Covra (nucleair), etc. In dat kader wordt gesproken over het verbod van het opvoeren van de fatbike. Ook is het een idee natuurlijk - linkse steden hebben de blauwdruk al klaar liggen - te werken met fatbikevrije zones. De fatbike als de dieselauto onder de tweewielers? Veiliger maken? De eisen aan kerncentrales worden steeds strenger. Voor de fatbikerijder is dat eenvoudig te realiseren: helmplicht en minimumleeftijd. Overigens is denken aan een maximumleeftijd dan ook geen overbodige luxe. Het gebruik verminderen? Tja, dat hebben we bij de gaswinning in Groningen ook gedaan met uiteindelijk terugdringen naar nul. Aanhaken bij Europees beleid? Daar heeft de energiesector veel ervaring mee, maar is soms ook weerbarstig. Een gelijk speelveld is niet zomaar bereikt. Zie de energieprijzen in ons omringende landen. Een gelijk speelveld voor fatbikes in Europa is een uitdaging. Ik zie wel weer een schnabbeltje voor Matthieu van de Poel opdoemen. Het probleem opschalen naar wereldniveau? Het blijkt dat veel van de fatbikes in Nederland van Chinese oorsprong zijn en de EU binnenkomen via de Griekse (Chinese) havens. De analogie van de solar-markt is zichtbaar. Importheffingen dus. Dan toch maar een taskforce? Ik zie hier het Klimaatakkoord als voorbeeld. Dit moet bij de fatbike dan sowieso interdepartementaal; met verschillende tafels. Ik stel voor een elektriciteitstafel, een gezondheidszorg (bot- en beenbreuken) tafel, een mobiliteitstafel, een sport- en jeugdtafel (fatbikes als aanjager van obesitas bij de jeugd) en een geopolitieke tafel. Dan moet het lukken. Het is alleen nog de vraag of Johan Remkes of Ed Nijpels dit moet gaan voorzitten.
“Zo is de fatbike voor dorpelingen en zeker stedelingen, wat de wolf is voor de schapen houdende boeren op het platteland”
En dan blijkt een startdebat na het reces over de fatbike weer de hele gereedschapskist van mogelijkheden die we als overheid en politiek hebben tevoorschijn te toveren. Gelukkig ging het debat enkele dagen later weer over een serieus issue: de wolf. En zo is de fatbike voor dorpelingen en zeker stedelingen, wat de wolf is voor de schapen houdende boeren op het platteland. En als verantwoordelijk minister Madlener dan tegen de zin van zijn baas in de Tweede Kamer het fenomeen tolwegen weer op de agenda zet, dan zie ik de oplossing: tolwegen voor fatbikes. En dan zijn we weer bij het begin: de fatbike staat haaks op Groene Groei.