Boekbespreking Jan Paul van Soest van Noud Köper's ‘Verslaafd aan Energie'
Bij een goed impressionistisch schilderij is meteen duidelijk wat de afbeelding voorstelt, ook al zijn niet alle details uitgewerkt. Het totale beeld stáát, en correspondeert met de realiteit zoals iemand die zou zien als hij door zijn oogharen en tegen de zon in naar een landschap kijkt. Het boek Verslaafd aan Energie, van Noud Köper is zo'n impressionistisch beeld. Wie grote delen van het energie- en klimaatbeleid van de afgelopen 30 jaar heeft meegemaakt weet: ja, zo ging het.
In het boek denderen die jaren in sneltreinvaart voorbij, en wat beschreven
wordt is een feest van herkenning. Nou ja, feest... Het beeld dat uit Verslaafd
aan Energie stemt niet tot grote vrolijkheid. De ondertitel zegt het al:
"waarom het Nederland niet lukt schoon, zuinig en duurzaam te worden". Maar
Verslaafd aan Energie beschrijft meer
dat het Nederland niet lukte, impressionistisch, anekdotisch, maar analyseert minder; de vraag naar het waarom moet de lezer zelf beantwoorden.
Maar Köper geeft hem voldoende stof om die vraag ook te kunnen beantwoorden.
Aan de hand van interviews met de insiders en smaakmakers op het gebied van
energie, klimaat, milieu worden de klapdeuren van de beleidskeuken wagenwijd
opengezet. Of beter: keukens, meervoud, want wie aanhanger is van het formele
idee dat er eenheid van beleid is, en dat de overheid met één mond spreekt, zal
na lezing van dit boek daarvan wel genezen zijn. Eenheid van beleid kan wel een
wensbeeld zijn, maar de praktijk staat daarvan ver af. Energie- en
klimaatbeleid maken is niet eens the
science of muddling through, zoals de Amerikaanse politicoloog Charles
Lindblom het ooit noemde, maar de kunst van het bevechten van je politieke
collega's.
Althans, dat lijkt in de tweede helft van het beschreven tijdvak vooral het
geval te zijn, met een kantelpunt rond de paarse kabinetten, toen het
Rijnlandse model dat tot dan in Nederland in zwang was in hoog tempo werd
ingeruild voor het Angelsaksische model, en het idee dat marktwerking het
antwoord was, ongeacht de vraag. Verslaafd aan Energie analyseert dat niet met
zoveel woorden, maar uit de journalistieke beschrijvingen komt wel bijna onontkoombaar
naar voren dat rond die tijd een belangrijk keerpunt in het energie-, milieu-
en klimaatbeleid ontstond. De grondtoon van de samenleving verschoof van
samenwerking vanuit een perspectief op gemeenschappelijke doelen naar strijd op
basis van individuele doelen en belangen. Hans Achterhuis ontrafelde de
ideologische achtergronden van deze omslag magnifiek in zijn Utopie van de
Vrije Markt. Noud Köper laat zien hoe die
kentering voor het energie- en klimaatbeleid uitpakte: dramatisch.
In de tijd dat ‘groen' ten onrechte een overwegend ‘links' item lijkt te zijn
geworden zijn we goeddeels vergeten dat de verduurzaming in de jaren '80 op
poten werd gezet door liberale ministers op het ministerie van VROM, en sinds
vooral Paars-II net zo hard werd afgebroken door andere liberale ministers
Jorritsma op Economische Zaken (VVD, in Paars-II), Brinkhorst (D66, in
Balkenende-II), met dat verschil dat het echte liberalisme inmiddels in
neoliberalisme was getransformeerd: een blind geloof in de zegeningen de vrije
markt.
Konden voor ‘Paars' de bewindslieden op VROM nog in goed overleg met andere
ministers en vooral de premier zaken doen, na ‘Paars' moesten de bewindslieden,
soms minister, soms slechts staatssecretaris, tegen de krachtige stroom van het
neoliberalisme inzwemmen. Was voor ‘Paars' een set afspraken met de nog niet
geliberaliseerde en geprivatiseerde energiesector voldoende om wat schone en
zuinige ambities veilig te stellen, na ‘Paars' kwam het duurzaamheidsbeleid
vaak neer op verregaande doelen, die met de oude instrumenten afspraken en
convenanten werden nagestreefd. Maar die waren in de nieuwe geliberaliseerde
situatie die de sector tot compleet andere afwegingen en keuzes dwong, volkomen
ineffectief. Verdergaande maatregelen werden tegengewerkt omdat ze niet zouden
sporen met het idee van marktwerking en met het onthutsend naïeve geloof dat de
markt ook wel zijn zegenrijke werk zou doen op het gebied van verduurzaming van
de energiehuishouding. Deze veranderingen kregen een logisch vervolg in het kabinet-Rutte,
waarbij de VVD volledig afstand nam van zijn eerdere duurzame voormannen
Winsemius en Nijpels, en minister Schultz van Hagen en staatssecretaris Atsma
het ministerie van VROM in een paar jaar kon ombouwen naar het ministerie van
VROEM. En waarin inmiddels ook zelfs de schone schijn van de duurzame ambities
aan de kraakwagen is meegegeven.
Verslaafd aan Energie beschrijft en illustreert deze teloorgang van een ooit
duurzame koploper, met een goedgeschreven, onthutsend, en soms gelukkig ook komisch
journalistiek verslag van 15 jaar opbouw en 15 jaar afbraak van het Nederlandse
energie- en duurzaamheidsbeleid, die ik in de afgelopen 30 jaar ook van nabij
en binnenuit kon meemaken. Het beeld stáát, maar fraai is het niet. Koop dit
boek. Lees het. Huiver. En doe wat - verzin een list.
Jan Paul van Soest, Partner, De Gemeynt
Verslaafd aan energie is vanaf 1 november verkrijgbaar bij de boekhandel.
Volg Energiepodium op Twitter: @energiepodium