Column Jan Paul van Soest: "Antiklimaatlobby past verhaal aan"
Kort voor de zomer verblijdde ExxonMobil-baas Rex Tillerson de wereld met een speech waarin hij de vrees voor klimaatverandering, alsmede voor energietekorten en ecologische schade door fossiele energiewinning, overtrokken noemde. Klimaatverandering is hanteerbaar, ‘manageable'; de mens past zich wel aan. Mede dankzij de technologie van topbedrijven als ExxonMobil natuurlijk, die dan echter niet met allerlei op vrees gebaseerde regelgeving gepest moeten worden. Wie er anders over denkt dan Tillerson is technisch en wetenschappelijk ‘ongeletterd'.
De speech van Tillerson markeert een verschuivende argumentatie van de antiklimaatlobby, die jarenlang werd aangevoerd door ExxonMobil. Het bedrijf begint nu kennelijk de mondiale klimaattango een andere kant op te sturen.
ExxonMobil was tot ongeveer 2007 topfinancier van de Amerikaanse twijfel-en ontkenningsindustrie: tientallen door fossiele belangen betaalde libertaristische ‘denktanks' zoals het Heartland Institute en het Marshall Institute, met even zovele nep-experts die niets anders doen dan ogenschijnlijk wetenschappelijke rapporten fabriceren om twijfel te zaaien over de consensus in de mainstream-klimaatwetenschap.
Een aantal jaren geleden begon ExxonMobil zijn financiering aan de beroepstwijfelzaaiers af te bouwen. Wellicht speelde een brief van de Royal Society (de Britse Academie voor Wetenschappen) uit 2006 een rol, die de statements van ExxonMobil over klimaat ronduit ‘misleidend' noemde, en er op aandrong de steun aan de twijfelindustrie te beëindigen. Dat gebeurde ook, en het stokje van de financiering werd probleemloos overgenomen door industriefondsen als de Scaife Foundation en Koch Industries van de broers Charles en David Koch. Hun grootvader Harry was legde de basis van zijn fortuin in het Friese Workum. Later emigreerde hij naar de Verenigde Staten en stichtte daar een imperium met een omzet van inmiddels meer dan 100 miljard dollar per jaar. Het jaarlijks uittrekken van enkele tientallen miljoenen voor aanvallen op een wetenschap die een risico is voor de vrijemarktideologie en de fossiele belangen is welbesteed geld: iedere dag uitstel van beleid betekent winstgroei.
Zo heeft de twijfelindustrie inmiddels een compleet ‘sceptisch paralleluniversum' opgebouwd, inclusief een Non-Governmental International Panel on Climate Change (NIPCC) dat als tegenhanger van het klimaatpanel IPCC fungeert, en dat rapporten produceert die wetenschappelijk ogende flauwekul zijn. Wie dat paralleluniversum induikt, raakt verbijsterd over de omvang en reikwijdte ervan. Maar krijgt onmiskenbaar ook bewondering voor de professionaliteit: ondanks de hoge mate van wetenschappelijke consensus de indruk bij publiek en politiek wekken en houden dat we nog onvoldoende weten om maatregelen te treffen, is een lobbyprestatie van formaat. Die is eerder alleen door de tabaksindustrie gerealiseerd; die campagne heeft dan ook model gestaan voor de antiklimaatlobby.
Energiereus RWE herbergt inmiddels ook twee twijfelzaaiers, Fritz Vahrenholt, de baas van RWE Innogy, en Sebastian Lüning, expert op het gebied van de winning van zware oliefracties. Zij beweren in hun boek ‘Die Kalte Sonne' tegen alle wetenschappelijke bewijslast in dat de zon voor opwarming zorgt, niet de uitstoot van CO2. Daarom kunnen we, bepleiten Vahrenholt en Lüning, wat kalmer aan doen met de ‘Energiewende', de transitie naar duurzaam. Een woordvoerster van het bedrijf laat overigens weten dat de twee op persoonlijke titel acteren, en tijd noch geld van RWE hebben ontvangen om hun desinformatie te produceren. Ze distantieert zich er echter ook niet van: we hebben hier geen klimaatwetenschappers bij RWE, schrijft ze. Dat hadden Vahrenholt en Lüning inderdaad al bewezen
Met zijn speech luidt Tillerson een Klima-wende in, niet om de Energiewende te vertragen, wat Vahrenholt en Lüning bepleiten, maar om de transitie naar duurzaam geheel af te blazen. De argumentatie verschuift van ‘er is grote twijfel, we weten niet genoeg om maatregelen te treffen' naar ‘de effecten vallen mee, en we passen ons wel aan'. Een Energiewende is dan helemaal niet nodig.
De ExxonMobil-argumentatie ijlt zo'n slordige 30 jaar na op de stand van denken in de wetenschap. Nu duidelijk wordt dat de IPCC-rapporten de klimaatontwikkelingen hebben onderschat, geeft de antilobby eindelijk toe dat er klimaatverandering is en dat de oorzaken worden begrepen, en schakelt over op het argument dat het allemaal wel hanteerbaar is. In de frontlinie van de wetenschap wordt inmiddels onderzocht hoe en wanneer de veerkracht van het klimaatsysteem wordt overschreden, en er mogelijk onomkeerbare processen in gang worden gezet. Tegen de tijd dat dat is opgehelderd, zullen Tillerson en zijn epigonen aanvoeren dat het inmiddels - helaas, helaas - te laat is om iets aan klimaatbeleid te doen. Dan is de weg helemaal vrij voor wat Sarah Palin "Drill, baby, drill!" noemde.
Jan Paul van Soest is partner bij De Gemeynt, samenwerkingsverband van adviseurs, denkers en entrepreneurs, www.gemeynt.nl