Zoeken

Het laagspanningsnet wordt het volgende knelpunt

Auteur

Sible Schöne

Onze laagspanningsnetten zijn niet berekend op de grote hoeveelheden elektriciteit uit zonnepanelen, hybride warmtepompen en voor elektrische laadpalen, stelt Sible Schöne. Hij vindt dat daar dringend werk van moet worden gemaakt, maar hij constateert dat er maar weinig gebeurt en dat het onderwerp in de politiek nauwelijks leeft.

Het laagspanningsnet is in het verleden niet gemaakt voor een decentrale duurzame elektriciteitsvoorziening en toenemende elektrificatie. Zonnepanelen op veel daken kunnen op bepaalde momenten te veel stroom leveren. En als we op grote schaal kiezen voor koken op inductie, (hybride) warmtepompen en elektrische auto’s krijgt het elektriciteitsnet te maken met meer pieken en specifiek een grotere gelijktijdige piek. Daarvoor is het niet ontworpen.

De verwachting is dat de problemen de komende jaren net zo zichtbaar worden als bij het middenspanningsnet. De netbedrijven hebben de capaciteit niet om de komende tien jaar overal het net te verzwaren. Dat hoeft waarschijnlijk ook niet. In veel gevallen kunnen batterijen en flexibele vraagsturing de komende jaren intelligente oplossingen bieden. Het is hard nodig dat gemeenten, bewonersinitiatieven en het betrokken bedrijfsleven dit onderwerp integreren in hun aanpak. De prikkels daarvoor en de benodigde kennis bij deze partijen ontbreken echter. Daar moet echt snel wat aan gebeuren.

“Ongeveer 70% van de laagspanningsnetten moet de komende 30 jaar vervangen worden”

Op het laagspanningsnet worden de kleinverbruikers, zoals huishoudens en kleine bedrijven, aangesloten. Er zijn zo’n 30.000 laagspanningsnetten in Nederland. Per laagspanningsnet gaat het om enkele tientallen tot een paar honderd huishoudens en mogelijk enkele tientallen bedrijven. Het laagspanningsnet is 3-fasen en heeft een spanning van 400 Volt. In een woning gaat dit omlaag naar 230 Volt. De meeste huishoudens hebben een aansluiting van 3 x 25 Ampère. Oudere woningen hebben vaak nog 1 x 25 of 1 x 35 Ampère (afhankelijk van het netbedrijf). 3 x 25 Ampère komt overeen met een vermogen van 17 kW.

Het laagspanningsnet is echter in de verste verte niet gebouwd om zoveel stroom te leveren aan alle woningen. Integendeel, de netbeheerder ging er indertijd bij de aanleg van uit dat een huishouden gemiddeld niet meer dan 1,5 kW gebruikt. Het vermogen van een transformatorhuis sluit daarbij aan en varieert, afhankelijk van het aantal aansluitingen tussen de 200 en de 700 kVA (700 kW). En ook de kabels hebben vaak onvoldoende capaciteit. De kabels worden ook dunner naar het einde van het laagspanningsnet toe. Dit betekent dat de problemen op het laagspanningsnet niet op woningniveau spelen, maar op buurtniveau.

Gemiddeld is het laagspanningsnet zo’n 25 – 30 jaar oud. De technische levensduur is 40 – 60 jaar. Dit betekent dat ongeveer 70% van de netten de komende 30 jaar vervangen moet worden.

“Koken op inductie is de stille nieuwe oorzaak van pieken in het stroomverbruik”

Eind vorig jaar hadden ongeveer 1,5 miljoen huishoudens zonnepanelen. Doordat zonnepanelen dankzij de salderingsregeling de meest aantrekkelijke manier zijn om de energierekening te verlagen, groeit dit aantal snel. Het zou me niet verbazen als we dit jaar boven de 2 miljoen komen, mede dankzij de collectieve inkoopacties die overal in het land plaatsvinden. De nieuwste panelen hebben een vermogen van 400 Wpiek. Je hebt het dus al snel over 3 - 4 kW aan vermogen, een veelvoud van de 1,5 kW waar de meeste bestaande netten op zijn berekend. Bij een sterke toename van zonnepanelen in een straat of een buurt kunnen er op veel plaatsen problemen ontstaan. De spanning kan met name te hoog oplopen in de zomer door hoge productie van de zonnepanelen, terwijl er nauwelijks verbruik is van stroom. Zowel de kabel als de transformator kan overbelast raken.

De eerste problemen doen zich naar verwachting voor aan het eind van het laagspanningsnet waar de kabels dun zijn. Om het doorbranden van kabels te voorkomen, schakelen beveiligingsmechanismes daarom steeds vaker zonnepanelen uit. Op dit moment zien we daarvan de eerste voorbeelden, vooral in oude stadswijken en in poldergebieden zoals de Noordoostpolder.

Koken op inductie is de stille nieuwe oorzaak van pieken in het stroomverbruik. Een kookplaat heeft 5 kW nodig als hij volledig wordt gebruikt. Bij een fornuis op inductie loopt dit op tot 10 kW. Koken op inductie is inmiddels de norm bij nieuwe fornuizen. Het gaat dus naar alle waarschijnlijkheid hard, al ontbreekt voor zover mij bekend een goed beeld van de penetratiegraad.

“Hybride warmtepompen zijn prioriteit in het overheidsbeleid en worden inmiddels op grote schaal door gemeenten gepromoot”

Hybride warmtepompen zijn de tweede snelle groeier. Hoewel een huishouden genoeg heeft aan een kleine hybride warmtepomp van 3 – 4 kW (thermisch), worden in de praktijk eerder warmtepompen aangesloten van 7 kW (thermisch) of meer, omdat installateurs houden van overdimensionering en de totale kosten van het apparaat daardoor nauwelijks stijgen. Hybride warmtepompen zijn een prioriteit in het overheidsbeleid en worden inmiddels ook op grote schaal door gemeenten gepromoot.

De tekst loopt hieronder door.

Elektrisch vervoer is de derde grote groeier. De verwachting is dat het aantal elektrische auto’s groeit van ruim 300.000 naar 600.000 in 2025 en twee miljoen in 2030. In 2025 verwacht E-laad, het kenniscentrum van de netbedrijven voor slimme laadinfrastructuur, 800.000 laadpunten, waarvan 44% op thuislocaties, 29% op werklocaties en 27% op publieke en (andere) semipublieke locaties.

De netbedrijven hebben voor het uitvoeringsoverleg elektriciteit een quick scan gemaakt, waarin ze de problemen schetsen en aangeven wat er nodig is om flexibele vraagsturing en batterijen te stimuleren. Belangrijke onderdelen hiervan zijn de invoering van een capaciteitstarief, versnelde afbouw van de salderingsregeling, normering voor laadpalen en warmtepompen, om ze slim te maken, normering voor elektrische auto’s waardoor de accu’s kunnen worden gebruikt voor de opslag van stroom en nieuw beleid om knelpunten sneller in beeld te brengen, zoals de centrale registratie van warmtepompen en laadpalen. Ook komen ze met een reeks aanbevelingen voor gemeenten en bewoners.

“Het enige probleem is dat er nauwelijks iets gebeurt”

Bij gemeenten gaat het onder andere om concrete transitievisies warmte, zodat duidelijk wordt welke wijken voor 2030 volledig verduurzaamd worden, een keuze voor oplossingen die geen of weinig impact hebben op het elektriciteitsnet, het meenemen van de consequenties voor de infrastructuur bij ruimtelijke plannen en een drastische verkorting van procedures. Bij bewoners gaat het om de verplichte aansluiting van zon-pv op 50% van het omvormervermogen met mogelijkheid tot afschakelen en de aanschaf van de apparatuur die nodig is voor opslag en vraagsturing.

De voorstellen zijn een goede basis voor een integrale aanpak van de problematiek van netbedrijven, gemeenten, wijkgerichte bewonersinitiatieven en het betrokken bedrijfsleven. Het enige probleem is dat er nauwelijks iets gebeurt. Het onderwerp leeft nauwelijks in de politiek. Daar zit niemand te wachten op nieuwe elektriciteitstarieven en de versnelde afbouw van de salderingsregeling. Er is nog geen begin van een communicatieplan om de knelpunten in kaart te brengen en gemeenten en wijkgerichte bewonersinitiatieven een kader te geven voor de promotie van zonnepanelen en hybride warmtepompen. E-laad heeft concrete plannen. Maar voorlopig zijn slimme laadpalen nog een stuk duurder en we kunnen nog jaren wachten op een verplichte norm voor bi-directioneel laden.

Het moet blijkbaar eerst uit de hand lopen.

Sible Schöne

Sible Schöne is Adviseur van HIER.