Zoeken

Rob de Wijk: "Het voordeel van een hekkensluiter is dat je verouderde technologieën kunt overslaan"

De vraag of er een relatie is tussen de aardbevingen in Groningen en het feit dat Nederland hekkensluiter duurzame economie is, is met een simpel ‘ja' te beantwoorden. De kern van het antwoord ligt in een term die The Economist in 1977 voor het eerst gebruikte om de toenmalige staat van de Nederlandse economie te beschrijven: de ‘Dutch disease'.

Toen in 1959 de grote gasvoorraden in Nederland werden ontdekt, ontstond langzamerhand een situatie waarbij de gasexporten voor de toestroom van vreemde valuta zorgden. Daardoor steeg de vraag naar de gulden, die vervolgens in waarde steeg. Het gevolg van die dure gulden was dat de concurrentiekracht van Nederland daalde. Daardoor daalden de investeringen en liep de werkloosheid op. Om te voorkomen dat de gulden nog duurder werd, hield de regering de rente laag. Maar dat verergerde het probleem verder. Dat was toen.

Inmiddels wordt de term Dutch disease vooral door niet-economen op een wat lossere manier op Rusland toegepast. Nu wordt vooral geduid op het verschijnsel dat gemakkelijk geld door de export van energie ertoe leidt dat de noodzakelijke economische en maatschappelijke hervormingen uitblijven. De gevolgen daarvan merken de Russen nu. Dalende energieprijzen leiden tot een begrotingstekort. De Westerse sancties doen de rest. Reserves aan vreemde valuta dalen snel. Omdat verzuimd is de economie te hervormen en reserves worden aangewend om ouderen en werkgelegenheid te subsidiëren, biedt deze politiek alleen soelaas voor de korte termijn. Daarna stort de economie in het ergste geval in.
““Het enige voordeel van windmolens op land is dat ze ook weer kunnen worden afgebroken””

Als deze definitie van Dutch disease wordt gehanteerd dan wordt ineens duidelijk waarom Nederland nauwelijks in alternatieve energie heeft geïnvesteerd. Nederland heeft volgens het Europese Milieuagentschap na Malta en Luxemburg het laagste aandeel duurzame energie van de gehele EU. Logisch, als aardgas een verzekerde bron van inkomsten is. Een andere verklaring zijn de stroperige procedures en het feit dat het verzet aanzwelt tegen vrijwel alle vormen van alternatieve energie, behalve zonnecellen. Vorige week nog werd er tijdens het bezoek van Koning en Koningin aan de Drentse Veenkoloniën tegen windmolens gedemonstreerd. De Veenkoloniën zijn een van de elf gebieden die het Kabinet voor grootschalige windmolenparken heeft aangewezen.

Ook ik vind dat windmolens op land voor het dichtbevolkte Nederland een onbegaanbare weg zijn. En als er geen sprake is van dichte bevolking dan vormen die dingen een vervuiling van het weinige open landschap dat Nederland rijk is. Windmolens maken Nederland onleefbaar.

Het enige voordeel van windmolens is dat ze ook weer kunnen worden afgebroken. Maar mooier is om onderzoek te doen naar echte alternatieven die op steun van de bevolking kunnen rekenen. Het voordeel van een hekkensluiter is dat je verouderde technologieën kunt overslaan en meteen aan een nieuwe technologische generatie kunt beginnen. Bouw voorlopig alleen windmolens op zee, en richt je voor het land op de technologieën van de toekomst. Momenteel wordt bijvoorbeeld 20 procent rendement uit een zonnepaneel gehaald, maar in 2030 kan dat het drievoudige zijn. En zo zijn er meer interessante ontwikkelingen.

Nederland zou kampioen innovatieve energie moeten worden. De teruglopende aardgasopbrengsten en de geopolitieke veranderingen waardoor Europa minder afhankelijk van Russische energie moet worden, dwingen ons tot een koerswijziging die wij in ons voordeel kunnen ombuigen.

Rob de Wijk

Rob de Wijk is directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden. In zijn column gaat hij in op de energievoorziening in het licht van de internationale verhoudingen.