Ik maak me zorgen over de klappen die de natuur krijgt doordat de aarde opwarmt. Dus terwijl ik als schrijvende nomade door Europa reis, versla ik de tastbare pijn die we vandaag al hebben omdat de natuur verschraalt.
Ik trek van land naar land, steeds maanden blijvend, omdat ik als schrijver mijn tijd toch achter mijn computer doorbreng, en ik dat net zo goed ergens anders kan doen dan thuis.
Bijvoorbeeld in een Karmelieten-klooster in Ierland, waar ik als ongelovige doordeweeks aan mijn zinnen schaaf en mij ’s weekends aan de bibliotheekhaard warm, te midden van monniken, hamburgers en pints of Guinness. Het hout dat we stoken komt uit het bos achter het klooster, waar een ferme herfststorm voor mijn aankomst vijftien bomen te gronde richtte. Ze versperren het wandelpad waarlangs de monniken bidden en het is mijn taakje om het pad weer vrij te maken.
“Onze samenleving is gefundeerd door de rijkheid van de natuur”
De stormen in west-Ierland zijn van nature al heftig, omdat dat stuk land aan de oceaan grenst en niets de beukende wind nog heeft kunnen afremmen. En tegenwoordig zijn stormen nog heftiger en talrijker, dat weten we allemaal. Een versperd pad in het kloosterbos geeft niet zo, maar de monniken koesteren deze essen omdat ze CO2 opnemen, en nu ik ze tot brandhout verwerk, met kettingzagen en kloofbijlen en in bijenkorfvormige droogstapels, en opstapel in de bibliotheekhaard, zullen ze hun CO2 voortijdig weer vrijlaten, wat meer zonnewarmte op aarde vast zal houden, waarna de stormen heftiger worden, en meer bomen omwaaien, en Matthijs nog wat benzine in de kettingzaag giet.
Dit standaardriedeltje over heftiger stormen en hogere zeeën verhult echter veel van de pijn die we door aardopwarming lijden. Weinig tastbaar is het verlies aan biodiversiteit.
Onze samenleving is gefundeerd door de rijkheid van de natuur, bijvoorbeeld doordat bijen koffiebessen helpen groeien, die we kunnen verhandelen en ons scherp laten denken. Maar over dertig jaar zijn grote delen van Latijns-Amerika waarschijnlijk te warm voor bijen, waardoor ze sterven of wegtrekken, en koffieplanten minder en kleinere bessen geven, zodat hun verbouwers in financiële problemen komen en onze espresso veel duurder wordt. We kennen tegenwoordig allemaal de pijn van dure boodschappen.
“Ik geloof niet dat je Jan Wolkers hoeft te zijn om je iets van de natuur aan te trekken, zolang de pijn maar tastbaar is.”
Of neem muggen die tropische virussen in ons bloed spuiten, die overleefden nauwelijks in de VS, maar in het zuiden van de VS kunnen de winters de komende decennia zo warm worden, dat die muggen straks ook daar zouden kunnen overleven, zodat een roadtrip langs de Grand Canyon kan eindigen in familielid met geelkoorts, zika, dengue of Westnijlkoorts.
Het lijkt onbenullig, een bijtje minder hier, een mugje meer daar. Vaak doorzien we niet welke pijn aardopwarming de natuur doet, ons doet. Ook ik niet. Maar ik geloof niet dat je Jan Wolkers hoeft te zijn, in vervoering rakend van een beestje of een blaadje, om je iets van de natuur aan te trekken, zolang de pijn maar tastbaar is.
Daarom onderzoek ik vanaf nu welke tastbare schade klimaatverandering toebrengt aan biodiversiteit.
Soms trek ik het veld in, waar in de wereld ik dan ook ben. Soms praat ik met experts. Soms lees ik studies. Maar altijd schrijf ik over de invloed van klimaatverandering op biodiversiteit.
Reis je mee?