Zoeken

Vraagtekens bij geloofwaardigheid CCS in Nederland

Jan Brouwer, Directeur CCS-onderzoeksprogramma CATO: "Zonder demonstratieprojecten als Rotterdamse ROAD geen CO2 -afvang en -opslag in 2020"

De ontwikkeling van CCS in Nederland staat zwaar onder druk. Dat stelt TNO-onderzoeker Jan Brouwer, die leiding geeft aan het CATO onderzoeksprogramma naar afvang, transport en opslag van CO2. "Het kost nu minimaal 60 euro om een ton CO2 af te vangen en ondergronds op te slaan, terwijl de CO2-prijs rond de 4 euro schommelt. Mede door dat verschil kampt het enige overgebleven demonstratieproject van Nederland, het Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject ROAD, met een tekort van circa 150 miljoen euro."

De beslissing of ROAD doorgaat, is nog niet genomen. Er hangt veel van af, stelt Brouwer. "Het kabinet gaat uit van grootschalige toepassing van CCS in de transitie naar duurzaam, in lijn met het recente SER-advies. Energie roadmaps van instituten als het Planbureau voor de Leefomgeving, het Internationaal Energie Agentschap en ECN gaan allemaal uit van een commerciële uitrol van CCS vanaf 2020, en op termijn een bijdrage aan de CO2-reductie van circa 20 procent. Je kunt je afvragen of deze scenario's voor Nederland nog wel geloofwaardig zijn als het enige concrete demonstratieproject niet doorgaat."

“"Je kunt je afvragen of deze scenario's voor CCS in Nederland nog wel geloofwaardig zijn als het enige concrete demonstratieproject niet doorgaat"”

ROAD weg?
Volgens Brouwer wordt aan alle kanten gezocht naar financiering voor ROAD. "ROAD is technisch gezien op orde, de ontwerpen zijn klaar. Alleen de investeringsbeslissing moet nog worden genomen. Die ligt in eerste instantie bij energiebedrijven E.ON en GDF Suez. De CO2 zou afkomstig zijn van hun nieuwe kolencentrales op de Maasvlakte. Ook Taqa, eigenaar van het oude gasveld waar de CO2 in zou worden opgeslagen, is betrokken."

Op nieuwe subsidies uit Brussel hoeft ROAD waarschijnlijk niet te rekenen, stelt Brouwer. Ook een aanvullende subsidie uit Den Haag is wellicht lastig in een tijd van bezuinigingen. "De Nederlandse overheid heeft al 150 miljoen euro geïnvesteerd, en de EU 180 miljoen. Bij alle voorstellen is echter uitgegaan van een veel hogere CO2-prijs, waardoor alsnog een groot financieringstekort is ontstaan. Dus of de energiebedrijven moeten dat gat voor eigen rekening nemen, of er moeten nieuwe partners komen. Minister Kamp heeft onlangs in Duitsland, het thuisland van E.On, gepleit voor betrokkenheid van onze oosterburen bij het project. Ook in Frankrijk, waar GDF Suez vandaan komt, is mogelijk interesse. In beide landen is sprake van het niet doorgaan van de eigen demonstratieprojecten."

Daarnaast voert de regio Rotterdam druk op de energiebedrijven en Den Haag op om het project door te laten gaan. De stad heeft met het Rotterdam Climate Initiative vergaande klimaatdoelstellingen geformuleerd. Brouwer: "Die lijken onhaalbaar als ROAD niet doorgaat." Daarnaast zou de toepassing van CCS in het Rotterdamse havengebied op termijn moeten leiden tot zo'n 3.000 nieuwe arbeidsplaatsen.

Een alternatief voor ROAD is het opstarten van een aantal kleinere pilotprojecten. "Hiermee wordt net als in eerdere pilots onderzoek gedaan naar een deel van de CCS-keten van afvang, transport, en opslag. Het ligt voor de hand dat je op die manier een stuk minder kennis opdoet dan bij een project als ROAD, waarbij je al die aspecten combineert."

“"De klimaatdoelstellingen van het Rotterdam Climate Initiative lijken onhaalbaar als ROAD niet doorgaat"”

Onderzoek blijft nodig
Volgens Brouwer is de noodzaak voor onderzoek naar CCS onverminderd groot. "De techniek kan worden toegepast bij energiecentrales en in de industrie. In theorie kun je fossiele centrales vervangen door hernieuwbare energie, maar in de industrie is dat uitzichtloos. Als CO2 een restproduct is van het productieproces, zoals bij de fabricage van plastic, is er op korte termijn geen alternatief voor CCS. Ik ben er van overtuigd dat de techniek alleen grootschalig toegepast gaat worden als de kostprijs met minimaal een factor twee omlaag gaat. Dat het lukt pas als je fundamenteel onderzoek uitvoert."

"Nederland heeft zijn eigen unieke geologie", vervolgt Brouwer. "De kennis over met name de opslag van CO2 in ons land kun je niet kopen van een onderzoeksinstituut in China. Daarnaast claimt Nederland met al zijn lege en leeg rakende gasvelden een grote opslagcapaciteit te hebben. Maar als de gasoperators geen rekening houden met opslag, verdwijnt die capaciteit. Dit komt doordat de infrastructuur bij de velden, die nodig is om de CO2 op te slaan, wordt weggehaald of verouderd raakt. Als je dit soort vraagstukken nu laat liggen, is het in 2020 wellicht te laat."

“"De kennis over met name de opslag van CO2 in ons land kun je niet kopen van een onderzoeksinstituut in China"”

CCS-onderzoekers vertrekken naar buitenland
Bij de CCS gemeenschap in Nederland is een deel van het oorspronkelijke enthousiasme verdwenen. "Enkele jaren geleden, toen er nog zicht was op meerdere demonstratieprojecten en opslag in onder andere Barendrecht en in de provincie Groningen, was 400 man actief betrokken bij het onderzoek naar en de ontwikkeling van CCS. Nu zijn dat er nog maar 150. Dit jaar is er nog een volledig onderzoeksprogramma, in 2014 richt het onderzoek zich met name op de afronding van een vijftigtal promotieonderzoeken. Straks is zo'n 65 miljoen euro geïnvesteerd in het CATO onderzoeksprogramma. Daarmee hebben we wereldwijd leidende kennis opgebouwd. Iedereen kijkt naar Nederlands onderzoek rond CCS. Maar we dreigen onze thuismarkt te verliezen. Nu al vertrekken onze promovendi naar landen als China, Noorwegen, Canada en Australië, waar wel vraag is naar experts.

Ook over de nieuwe fase van het CATO-onderzoek is nog geen besluit genomen. Publieke partijen zijn bereid om 4 miljoen euro per jaar bij te dragen, en vragen hetzelfde van de overheid. Het gaat nu om de vraag of je het kunt veroorloven om tien jaar investeringen te laten gaan. Want als we niets doen, is onze kennisbasis met een paar jaar weg."