“Wanneer komen er eens wetenschappers die aangeven wat ze wél willen”, riep Rik Harmsen op Twitter uit, in reactie op het bericht van de NOS dat meer dan 400 wetenschappers zich tegen gaswinning op de Noordzee hadden gekeerd. De reacties leverden enige twitterdiscussie op: “De ondertekenaars slaan de plank mis door normatieve, politieke uitspraken met hun wetenschappelijke titel te onderschrijven”, schreef ik. “Winning in NL kan klimaattechnisch als je zorgt dat de CO2 bij gebruik niet in de atmosfeer komt.” Harmsen gaf aan dat wetenschappers in zijn ogen terughoudend moeten zijn met politieke uitspraken. Daar was lang niet iedereen het mee eens.
“Vraagtekens plaatsen bij hun oproep is niet hen het recht ontzeggen zich uit te spreken”
Eerst een paar misterstanden en projecties wegruimen die sommigen inbrachten. Vraagtekens plaatsen bij hun oproep is niet hen het recht ontzeggen zich uit te spreken. Natuurlijk mogen ze dat, maar het is toch goed na te denken over rollen en wijzen van communicatie en de effectiviteit daarvan? En nee, de discussie hierover aangaan is al helemaal niet de urgentie van de klimaatproblematiek bagatelliseren. Wie dat beweert redeneert drog. Punt is: ‘Geen gaswinning op de Noordzee’ is geen wetenschappelijke uitspraak, maar een normatieve, politieke uitspraak. De vraag is of het verstandig is als wetenschappers zo’n uitspraak doen.
In haast alle scenario’s waarin de temperatuurstijging tot 1,5 of 2 graden wordt beperkt, zijn er uiteenlopende paden naar die doelstelling. En in al die paden wordt nog gedurende ruime tijd fossiel gebruikt. Vaak meer gas dan kolen, omdat gas nu eenmaal minder CO2 per energie-eenheid uitstoot dan kolen. Maar ook per gasbron is er een flinke spreiding. De doelstelling maximaal 2, liefst niet meer dan 1,5 graad opwarming staat vast, en is mondiaal politiek geaccordeerd. Onder andere in Parijs en Glasgow is onderhandeld over welke landen en samenwerkende landen welke reducties in welk tijdpad doen. Die schieten tekort, zoveel is zeker: we koersen nu op bijna 3 graden opwarming. Dus blijft actie zeker geboden. Wetenschappers wijzen daarop in onder meer de Emissions Gap Reports en stippelen in Werkgroep 3 van het IPCC uit welke maatregelen in welke mate aan het halen van doelen kunnen bijdragen, of analyseren in proefschriften hoe de kloof kan worden gedicht: Mind the Gap.
“Ik zie niet in dat ondertekenaars als een forensisch psycholoog of een lector kunstwetenschappen dergelijke keuzes beter kunnen maken dan politici”
Twee dingen vallen daarbij op: Noch in de onderhandelingsdocumenten van Parijs of Glasgow, noch in de IPCC-rapporten staat ‘Gij zult geen gas (uit de Noordzee) meer winnen’. Wel wordt becijferd dat (nieuw) fossiel “without additional abatement” ervoor zorgt dat de opwarming het doel gaat overschrijden. Parijs en Glasgow en het IPCC hameren op de risico’s van unabated (niet-ontkoold) extra fossiel, en keren zich niet per se tegen fossiel. Dat is niet zo gek. In de eerste plaats omdat het IPCC beter lijkt te begrijpen dan de Noordzeebriefschrijvers dat stoppen van fossiele winning ergens op de wereld, zonder dat de vraag navenant ook daalt, alleen tot verschuiving van de winningsplaats leidt. Met kans op netto hogere emissies. Maar vooral omdat de wijze waarop het geaccordeerde doel wordt gehaald een keuze en afweging is die in het maatschappelijke en politieke domein thuishoort, niet in het wetenschappelijke. Wetenschappers zijn voor het maken van dergelijke afwegingen niet anders of beter geëquipeerd dan politici om wegen te vinden in waarden- en belangendilemma’s als: eigen Noordzeegas? Al dan niet met ‘abatement’? Andere binnenlandse bronnen met eveneens impacts? Import van buitenlands gas of andere bronnen? Waar vandaan dan en met welke footprint? Voorzieningszekerheid? Fairness? Etcetera. Ik zie niet in dat ondertekenaars als een forensisch psycholoog of een lector kunstwetenschappen dergelijke keuzes beter kunnen maken dan politici. Dat geldt net zo goed voor klimaatdeskundigen of energietechnici, die prima kunnen zijn in hun vakgebied, maar daarmee nog geen betere afwegers van waarden en belangen zijn.
“Analyseer nog ‘s goed welke communicatie het meest passend én het meest effectief is”
Er is nog een bijkomend argument waarom wetenschappers in mijn ogen liever niet in politieke schoenen stappen: Het risico dat ze in hun wetenschappelijke professie minder serieus worden genomen, en met name door stromingen die de klimaatkennis toch al niet tot zich willen nemen, makkelijk weggezet kunnen worden. Zie je wel, wetenschappers zijn eigenlijk ook politiek bezig. Onderzoek in de sociale wetenschappen laat dat ook zien.
Dus tja, wetenschapper, je hebt natuurlijk alle vrijheid een politieke uitspraak te doen, maar je bent niet beter gepositioneerd om afwegingen te maken dan een politicus, en je loopt het risico dat je je eigen professionele geloofwaardigheid ondermijnt. Analyseer nog ‘s goed welke communicatie het meest passend én het meest effectief is. Als je een wetenschappelijk onderbouwd maatschappelijk punt wil maken, zeg dan dat nieuwe winning zonder abatement niet past bij de politiek vastgestelde klimaatdoelen.
Ir. Jan Paul van Soest
Nota bene: mijn ingenieurstitel voegt aan de waarde van deze column net zo weinig toe als de prof.- of dr.-titels op de lijst van ondertekenaars van de Noordzeegas-oproep.