Zoeken

Zijn tijdsafhankelijke nettarieven te ingewikkeld voor huishoudens?

Auteur

Sanne de Boer

De regionale netbeheerders willen op termijn een ander nettariefstelsel invoeren voor kleinverbruikers (huishoudens en kleine bedrijven). In het huidige voorstel voor het nieuwe systeem zijn deze tarieven deels tijdsafhankelijk. Sommigen zijn bang dat dit te ingewikkeld is. Sanne de Boer vraagt zich af: onderschatten zij Nederlandse burgers of overschat Sanne hen?

“De tarieven van netbeheerders stijgen snel”

Het is je wellicht al eens opgevallen aan jouw energierekening: de kosten die je via jouw energieleverancier afdraagt aan jouw netbeheerder zijn de afgelopen jaren sterk gestegen. De jaarlijkse kosten voor een standaard gasaansluiting voor een huishouden liggen dit jaar 40% hoger dan vijf jaar geleden en de kosten voor een elektriciteitsaansluiting zijn gemiddeld genomen zelfs meer dan verdubbeld: van 225 euro per jaar in 2020 naar 468 euro per jaar in 2025.[1] Netbeheer Nederland (de vereniging van alle elektriciteit- en gasnetbeheerders van Nederland) verwacht dat dit laatste bedrag doorstijgt naar bijna 640 euro per jaar in 2030.[2] Toenemende investeringen in het elektriciteitsnet veroorzaken een groot deel van de tariefstijging voor elektriciteitsaansluitingen.[3] Door de energietransitie gebruiken steeds meer huishoudens en bedrijven het elektriciteitsnet op een andere manier dan voorheen, waardoor een zwaardere infrastructuur nodig is. Daarnaast zijn de kosten voor onderhoud en materiaal de afgelopen jaren sterk gestegen. Ook dit werkt door in de nettarieven. De kosten die netbeheerders maken voor de aanleg en het onderhoud van de energienetten worden namelijk bekostigd vanuit de nettarieven.

“Het huidige tarievenstelsel is niet meer van deze tijd”

Als je met de trein gaat, betaal je meer voor je kaartje wanneer je in de spits reist dan wanneer je in de daluren reist. Dat doet de NS om een deel van de reizigers over te halen op een ander moment gebruik te maken van de trein. Op die manier kunnen met dezelfde hoeveelheid treinen en machinisten meer reizigers worden vervoerd en wordt dus efficiënter omgegaan met materieel en personeel. Het huidige nettariefstelsel voor kleinverbruikers[4] van elektriciteit maakt niet zo’n onderscheid in prijs tussen drukke en minder drukke momenten, waardoor consumenten niet worden gestimuleerd om hun gedrag (deels) aan te passen en de infrastructuur niet optimaal wordt gebruikt. Dit draagt bij aan de huidige netcongestieproblematiek en aan meer noodzaak tot investeringen in het elektriciteitsnet. En dus hogere nettarieven.

Daarnaast sluit het huidige tarievenstelsel niet goed meer aan bij het zogenaamde kostenveroorzakingsprincipe. Dit principe ligt aan de basis van de elektriciteitstarieven die de Autoriteit Consument en Markt (ACM) jaarlijks vaststelt. Het houdt in dat bedrijven en huishoudens die hogere kosten veroorzaken (voor aanleg en onderhoud van het elektriciteitsnet) ook meer betalen. Tot de energietransitie zat er relatief weinig verschil in de mate waarin verschillende typen huishoudens het elektriciteitsnet belastten. Maar dat is veranderd door de komst van warmtepompen, elektrische auto’s, thuisbatterijen en zonnepanelen. Doordat deze apparaten een hoger vermogen hebben dan ‘normale’ huishoudelijke apparatuur en ze bovendien vaker op hetzelfde moment worden gebruikt, ontstaat er op bepaalde momenten ‘file’ op het elektriciteitsnet. Om dit te voorkomen, moet de netbeheerder investeringen doen. Die kosten worden op dit moment gelijk verdeeld over alle huishoudens, terwijl die niet een gelijk aandeel hebben in de mate waarin ze deze kosten veroorzaken. Met name huishoudens die toch al te maken hebben met oplopende kosten voor fossiel energieverbruik maar geen handelingsperspectief hebben om te verduurzamen, lijden hieronder. Daarom vindt ook de ACM het een goed idee om de netbeheerkosten eerlijker te gaan verdelen.

“Voorstel voor een nieuw stelsel: tarieven deels gebruiks- en tijdsafhankelijk”

Adviesbureau Berenschot heeft op verzoek van de gezamenlijke netbeheerders een voorstel uitgewerkt voor een nieuw tarievenstelsel dat beter aansluit bij het energiesysteem van de toekomst. In dit voorstel gaan de vaste tarieven per aansluiting flink naar beneden en betalen de consumenten daarbovenop een tarief per afgenomen kWh (aan de netbeheerder; dat is dus bovenop de prijs per kWh die ze betalen aan hun energieleverancier). Hoeveel ze per kWh moeten betalen hangt af van het moment, volgens het voorstel. Op drukke momenten betaal je meer, op rustige momenten minder. Net zoals bij de trein. Het idee is om per uur verschillende tarieven te introduceren, die ook nog eens verschillen tussen de ‘winter’ (oktober tot en met maart) en de ‘zomer’ (april tot en met september). Figuren 1 en 2 laten zien welke tarieven Berenschot voorstelt. De eerste 0,3 kWh per uur zijn gratis,[5] voor het verbruik boven die grens gelden vervolgens onderstaande tarieven. 

Figuur 1: Voorstel tijdsafhankelijke nettarieven ‘winter’ (oktober t/m maart)

Figuur 1: Voorstel tijdsafhankelijke nettarieven ‘winter’ (oktober t/m maart)

Bron: Berenschot (2024) Verkenning alternatief nettariefstelsel kleinverbruik


Figuur 2: Voorstel tijdsafhankelijke nettarieven ‘zomer’ (april t/m september)

Figuur 2: Voorstel tijdsafhankelijke nettarieven ‘zomer’ (april t/m september)

Bron: Berenschot (2024) Verkenning alternatief nettariefstelsel kleinverbruik

“Impact nieuw stelsel op kosten verschillende typen huishoudens”

Ten opzichte van het huidige systeem gaan consumenten die het elektriciteitsnet tijdens piekmomenten intensief gebruiken in dit voorstel meer betalen. De kans hierop is het grootst voor huishoudens met een warmtepomp en/of elektrische auto met eigen oplaadpunt. Hoeveel deze huishoudens (extra) gaan betalen, hangt echter deels af van de mate waarin zij hun apparaten slim aansturen. Je kunt bijvoorbeeld je woning ’s middags alvast een graadje extra verwarmen zodat de warmtepomp op een koude winteravond niet of minder hard hoeft te werken. Het opwarmen van je boilervat voor warm tapwater is doorgaans nog gemakkelijker te verschuiven naar dalmomenten.[6] En ook je elektrische auto kun je slim opladen buiten de piekmomenten om. Huishoudens die dat doen, zijn volgens Berenschot met het nieuwe stelsel niet duurder uit dan met het huidige stelsel. Huishoudens met een thuisbatterij die deze puur laten reageren op dynamische elektriciteitstarieven van de energieleverancier kunnen duurder uit zijn. Maar als zij hun batterij ook (deels) aansturen op basis van het tijdsgebonden kWh-tarief, kunnen hun kosten juist lager uitkomen dan in het huidige systeem. Oftewel, huishoudens kunnen ook onder het voorgestelde nieuwe nettarievenstelsel verduurzamen (elektrificeren) zonder dat ze daardoor meer netwerkkosten gaan betalen dan onder het huidige systeem. Let wel, ze gaan waarschijnlijk nog steeds meer betalen dan nu het geval is (468 euro per jaar) maar minder dan de verwachte nettarieven in 2030 onder het huidige systeem (640 euro per jaar).

Huishoudens die niet of nauwelijks elektrificeren, zijn met het nieuwe tarievenstelsel goedkoper uit dan met het huidige systeem. Denk bijvoorbeeld aan huishoudens die zijn aangesloten op een warmtenet, bewoners van appartementen en mensen die nog steeds gebruik maken van een HR-ketel (al krijgt die laatste groep waarschijnlijk wel met sterk stijgende netwerkkosten voor aardgas te maken).

De exacte impact van een alternatief nettarievenstelsel is dus erg afhankelijk van het type huishouden én van het gedrag. Daarnaast is dit voorstel nog niet in beton gegoten; er kan nog van alles wijzigen. Dat is ook meteen een van de kritiekpunten van verschillende partijen op het huidige voorstel, namelijk dat het rapport geen uitgebreide vergelijking maakt tussen verschillende alternatieve tariefopties, en welke effecten de verschillende opties hebben op de netbelasting en de financiële situatie voor verschillende typen huishoudens.

“Is het voorgestelde nieuwe systeem te ingewikkeld?”

Los van de vraag of het Berenschot-voorstel het beste voorstel is voor een alternatief nettariefstelsel, ging het bij de behandeling van dit voorstel halverwege februari in de Tweede Kamer voor een groot deel over de vraag of dit systeem wel begrijpelijk is, bijvoorbeeld voor ouderen. Verschillende Kamerleden uitten hun zorgen. Aan de ene kant begrijp ik dat: voor sommige mensen is hun energierekening nu al lastig te begrijpen. Aan de andere kant denk ik dat dit systeem best wel intuïtief is. Het is eigenlijk een uitbreiding op het dag/nachttarief. Ook is het gemakkelijk visueel te maken. Mensen kunnen de twee figuren (1 en 2) uitprinten en op hun koelkast hangen om te zien wanneer gebruik van het elektriciteitsnet goedkoop of duur is. Maar waarschijnlijk zullen tegen die tijd (áls dit systeem daadwerkelijk wordt ingevoerd) ook apps beschikbaar zijn die in één oogopslag laten zien hoeveel het verbruik van elektriciteit per uur van de dag kost. Hierbij kunnen zowel de netbeheerkosten als de leverancierskosten inzichtelijk worden gemaakt. Dergelijke apps bestaan nu al voor mensen met een dynamisch elektriciteitscontract (alleen zitten daar de netwerkkosten nog niet in, omdat die kosten nu nog een vast bedrag per jaar zijn). Tot slot zullen er waarschijnlijk ook diensten worden ontwikkeld die consumenten helpen hun apparaten automatisch slim in te regelen. Dan hoeven ze zelf nergens over na te denken. Dit is met name interessant voor de huishoudens die al veel geëlektrificeerd hebben. Groepen huishoudens waar veel zorgen over zijn geuit, zoals ouderen, elektrificeren doorgaans minder[7] en hoeven zich sowieso nergens druk over te maken want zij gaan er volgens Berenschot juist op vooruit met dit systeem. Het paradoxale is dus dat Kamerleden vooral problemen zien voor een groep mensen die waarschijnlijk het meest profiteert van een eerlijker systeem.

“Zijn Nederlanders dom of buitenlanders slim?”

Nederland is niet het enige land dat inziet dat efficiënter netgebruik en een eerlijkere verdeling van de kosten van de energietransitie vereisten zijn om het energiesysteem betaalbaar en betrouwbaar te houden en ook het draagvlak voor de transitie te behouden. Zo heeft men in Vlaanderen in 2023 een systeem ingevoerd waarbij de nettarieven deels afhankelijk zijn van het maximale vermogen (in kW) dat een kleinverbruiker per maand afneemt van het net (gemeten als gemiddeld verbruik gedurende vijftien minuten). Voor de eerste 2,5 kW betaalt de consument een basisbedrag, vervolgens telt elke extra kW. Dit houdt in dat als je bijvoorbeeld in korte tijd je auto oplaadt (dus op hoog vermogen), je veel netbeheerkosten betaalt. Er is geen tijdsafhankelijke component. Mensen met een ouderwetse analoge elektriciteitsmeter zijn duurder uit.[8] In Wallonië gaat men vanaf 2026 een optioneel tijdsafhankelijk nettarief invoeren. In dit systeem komen er drie verschillende tijdsblokken met verschillende nettarieven. Klanten kunnen er ook voor kiezen om het huidige systeem te blijven gebruiken.[9] In Spanje, Finland en Zweden heeft men ook aangekondigd tijdsgebonden nettarieven in te voeren of lopen daar zelfs al experimenten mee.[10]

Zoals Louis van Gaal eens aan de pers vroeg: “Zijn jullie nou zo dom of ben ik nou zo slim?”. Zo vraag ik me af: als consumenten in andere landen om kunnen gaan met nettarieven die ingewikkelder zijn dan een standaard jaarbedrag of een standaard kWh-tarief, waarom zouden Nederlanders dat dan niet kunnen?

“Uitleg en ontzorging zijn cruciaal”

Wellicht is het een kwestie van wennen. Mensen zijn nu eenmaal gewoontedieren. Bovendien begrijp ik best dat de gemiddelde consument zich helemaal niet actief wil bezighouden met wanneer of hoeveel elektriciteit zij gebruikt. Om een nieuw tariefstelsel te laten slagen, is het daarom belangrijk dat netbeheerders, energieleveranciers of derde partijen een aantal dingen regelen. Zoals systemen die consumenten kunnen ontzorgen, bijvoorbeeld apps. Ook moeten bijvoorbeeld oudere mensen die geen elektrische auto, warmtepomp of thuisbatterij hebben, gerust worden gesteld: zelfs als zij tijdens de piekuren hun wasjes draaien, zullen zij waarschijnlijk goedkoper uit zijn dan wanneer aan het huidige tariefsysteem wordt vastgehouden. Daarnaast is het essentieel om goed uit te leggen waarom een alternatief nettariefsysteem belangrijk is en welke voordelen daar voor burgers en bedrijven aan zitten. Veel mensen hebben wellicht nog het idee dat de energietransitie slechts een kwestie is van zonnepanelen en windturbines bouwen en kolencentrales sluiten, maar om de energietransitie echt succesvol te laten zijn, moeten we echt op een andere manier met energie omgaan. Een eerlijker nettariefsysteem, waarbij de tarieven beter aansluiten bij de veroorzaakte kosten, is daar onderdeel van.

[1] Dit geldt voor een bemeten elektriciteitsaansluiting tot en met 3x25 ampère en een bemeten gasaansluiting tot en met G10 met een jaarlijks verbruik tussen de 400 en 5.000 m3. De exacte kosten verschillen per netbeheerder. In dit artikel is gerekend met het gemiddelde van de tarieven van Enexis, Liander en Stedin.

[2] Bron: Berenschot (2024). Verkenning alternatief nettariefstelsel kleinverbruik.

[3] De tariefstijging van een aardgasaansluiting wordt grotendeels veroorzaakt doordat steeds minder huishoudens en bedrijven een aardgasaansluiting hebben, waardoor de kosten die netbeheerders maken over steeds minder klanten kunnen worden verdeeld.

[4] Alle klanten met een aansluiting kleiner of gelijk aan 3x80 ampère.

[5] Uiteraard brengt de energieleverancier wel kosten in rekening voor die 0,3 kWh.

[6] Onderzoek in het Verenigd Koninkrijk naar de impact van tijdsafhankelijke leveringstarieven (dus niet nettarieven) geeft aan dat bezitters van warmtepompen deze tussen 16:00 en 19:00 uur de helft minder inzetten als de leveringsprijzen in die periode aanzienlijk hoger zijn dan tijdens dalmomenten. Dit geeft aan dat warmtepompbezitters in staat en bereid zijn om flexibel om te gaan met de inzet van warmtepompen als er voldoende financiële prikkels zijn.

[7] Bron: Drijfveren en ervaren barrières bij woningeigenaren | Nieuwsbericht | Sociaal en Cultureel Planbureau en Duurzaamheid is voor de rijken. Wie maakt klimaatbeleid rechtvaardig? - De Correspondent.

[8] Bron: Het capaciteitstarief van de VREG uitgelegd | Mijnenergie.be.

[9] Bron: Nieuwe nettarieven sinds 2023 | VREG en Elektriciteitsverbruik: nieuw tariefsysteem in Wallonië in 2026 - Hernieuws.

[10] Bron: Active consumer participation is key to driving the energy transition – how can it happen? | www.acer.europa.eu en https://www.acer.europa.eu/sites/default/files/documents/Publications_annex/Country_Sheets_MMR_Retail_2024.pdf.

Sanne de Boer

Sanne de Boer is auteur van het boek ‘De energietransitie uitgelegd’ en analist energietransitie bij RaboResearch