Column Karel Beckman: "Gelooft iemand echt dat een volgend kabinet zich gehouden zal voelen aan dit Energieakkoord?"
Op mijn vorige column waarin ik het Energieakkoord bekritiseerde omdat het leidt tot a) geldsmijterij (€20-25 miljard) in de richting van offshore windenergie en b) bureaucratie, heb ik veel bijval gehad én veel kritiek.
Dit overigens uitsluitend in het informele circuit. In het openbaar - de politiek, de pers - is er nauwelijks discussie geweest over het akkoord (als we even afzien van het rotsblok dat de Autoriteit Consument en Markt in deze rimpelloze vijver heeft gesmeten). Dat is niet zo vreemd. Wie zou die discussie moeten voeren? Alle relevante maatschappelijke organisaties hebben getekend. En de politiek is al lang blij met rust in tenminste één tent.
De kern van de kritiek die ik te horen heb gekregen is - "ja, nee, het Energieakkoord is niet ideaal, wat wil je, maar - hé, er is een akkoord. Dat is winst. Hier kunnen we mee vooruit."
Langetermijn zekerheid, you know - that's what it's all about.
Maar hebben we die nu ook? Op een bijeenkomst van de World Energy Council Nederland in Den Haag in september vroeg een aanwezige Duitser - de Duitse directeur van een Nederlandse dochteronderneming van een groot Duits energiebedrijf - hoe hij dit akkoord moest interpreteren. Kon hij er zeker van zijn dat het zou worden uitgevoerd zoals afgesproken? (Dit was nog vóór de uitspraak van Autoriteit Consument en Markt.)
Het antwoord van de aanwezige Nederlanders: "Zeker, ja, absoluut! Althans, voor zover ooit iets zeker is in de Nederlandse polder natuurlijk". Arme Duitser.
Een aanwezige Nederlander zei me na afloop: "Joh, je denkt toch niet dat die windmolens in zee er echt allemaal gaan komen? Ze krijgen die vergunningen niet eens rond, man. Dat zal zo'n vaart heus niet lopen." So much for langetermijn zekerheid.
Gelooft iemand echt dat een volgend kabinet zich gehouden zal voelen aan dit Energieakkoord? (Een kabinet-Wilders bijvoorbeeld?) Het zou al mooi zijn als ze zich het akkoord überhaupt weten te herinneren.
Op het bekende Springtij Festival dat in het laatste weekend van september op Terschelling werd gehouden (als u het niet kent kan ik het u aanraden voor volgend jaar), hield Markus Lehmann, directeur Klimaat en Energie van het Duitse Umweltbundesamt, een boeiende voordracht over de Energiewende, waarvan hij één van de "architecten" is. Daaruit werd duidelijk dat de Energiewende twee dingen heeft die het Energieakkoord niet heeft: een integrale visie op de toekomst van het energiesysteem - én een uitgebreid wettelijk instrumentarium om die visie te verwezenlijken.
““Een “basis leggen” betekent in de praktijk helemaal niets””
Dat laatste is van wezenlijk belang. Het Energieakkoord legt naar eigen zeggen "de basis voor een breed gedragen, robuust en toekomstbestendig energie- en klimaatbeleid". Maar een "basis leggen" betekent in de praktijk helemaal niets. De Energiewende is daarentegen gestoeld op uitgebreide wetgeving, te beginnen natuurlijk met de EEG (Erneuerbare Energien Gesetz).
En de Energiewende heeft nog iets wat het Energieakkoord niet heeft: echt maatschappelijk draagvlak (bij de bevolking) en daardoor ook echt politiek draagvlak. Lehmann vertelde dat inmiddels 1,5 miljoen Duitse huishoudens energie produceren en daar komen er de komende jaren 3 miljoen bij.
In Nederland is er uiteraard draagvlak bij de maatschappelijke organisaties die het akkoord hebben ondertekend, maar dat is niet de bevolking zelf. Wat doen deze organisaties nu om hun achterban warm te maken? Gaat Greenpeace campagne voeren voor het Energieakkoord?
““De kosten van de Energiewende zijn schrikbarend””
Nu kun je je natuurlijk ook afvragen: moeten we het Duitse voorbeeld wel zo nodig volgen? Een van mijn informele gesprekspartners in de afgelopen tijd wees mij met afgrijzen op de financiële gevolgen van de Energiewende: de kosten zijn schrikbarend. "Geef mij dan maar liever het Energieakkoord!", zei hij erbij.
Dat van die kosten is natuurlijk zonder meer waar. De EEG subsidies zijn al opgelopen van € 8 miljard in 2010 naar € 20,4 miljard in 2013. In totaal zou er tot 2022 voor € 317 miljard aan subsidies reeds zijn toegekend. Tamelijk rampzalig.
Maar dat is een ander argument. De structuur van een maatregel zegt op zichzelf niets over de kosten ervan. Lehmann zei op Terschelling dat als het Duitse parlement destijds, in 2000, zou hebben beseft hoe succesvol de EEG zou worden, het wetsvoorstel nóóit zou zijn goedgekeurd. Met andere woorden, de Energiewende is slachtoffer geworden van haar eigen succes. Maar zij is wel een succes.
Of is dat eigenlijk wat mijn gesprekspartner bedoelde - dat hij de voorkeur geeft aan het Energieakkoord omdat het niet tot een Energiewende leidt?
Karel Beckman is hoofdredacteur en mede-oprichter van de onafhankelijke website Energy Post.eu. Daarvoor was hij vijf jaar hoofdredacteur van European Energy Review en zes jaar energie-redacteur bij het Financieele Dagblad.