Wat dat laatste betreft: hoe minder je ermee rijdt, hoe vervuilender de auto is. Het omslagpunt ligt ergens tussen de 11.000 en 60.000 kilometer. Ik pleitte daarom voor meer deelauto’s, zodat er minder bloed vloeit in Congolese mijnen. Want als ik ‘mijn’ elektrische deel-Volvo op straat weer vrijgeef, gaat hij binnen een uur al vreemd met een andere chauffeur. Geweldig.
“Deelauto’s zijn er in elke buurt, en hoe meer ze rijden, hoe groter de klimaatwinst”
De Rijksoverheid, die geld geeft voor allerlei gewenst gedrag, heeft autodelen nooit echt aangemoedigd. Kon je subsidie krijgen voor een schonere auto, dan alleen als hij voor jezelf was. Die subsidiepot is nu leeg en blijft leeg. Laten we dat zo houden en een nieuwe subsidiepot openen: voor de aankoop van elektrische deelauto’s. Eerder ontdekte ik dat e-deelauto’s een CO2-besparing van 10-50% realiseren ten opzichte van eigen auto’s.
Begrijp me niet verkeerd, ook mij lijkt het heerlijk een eigen auto te hebben. Nu moet ik soms vier kilometer hardlopen om de Volvo die ik wens te bemachtigen. Onpraktisch, al heeft mijn deelbedrijf volop BMW i3’s in elke buurt. Ja, deelauto’s zijn soms onpraktisch. Daar staat tegenover dat ik nooit nadenk over onderhoud, APK, garagerekeningen, hoge laadpaalprijzen, zelfs parkeerkosten. Ik laat hem achter en vergeet dat hij bestond. En dus die klimaatwinst.
Ik denk wel dat onbekend onbemind maakt, naast liefde blind. Dus beter nog: subsidie op gebruik, in plaats van aankoop. Deelauto’s zijn er immers in elke buurt, en hoe meer ze rijden, hoe groter de klimaatwinst.
In 2024 gaf het Rijk 110,5 miljoen euro subsidie voor het kopen van e-auto’s. Als een deel-kilometer 35 eurocent kost (zoals bij mijn aanbieder) en we willen die kosten maar met 25% subsidiëren, dan kunnen we 1,2 miljard kilometers subsidiëren, met veel meer klimaatwinst dan als we het geld aan individuen cadeau geven. Een no-brainer!