Zoeken

Donkere wolken boven de Noordzee

Auteur

Martien Visser

De huidige donkere wolken boven de Noordzee zijn onder andere de reden de huidige Noordzeeplannen nog eens goed tegen het financiële en uitvoeringstechnische licht te houden, stelt Martien Visser. “Idealiter samen met België en Duitsland, die immers een flink deel van de Nederlandse Noordzee energie zullen gaan afnemen en daarvoor hun fair share moeten gaan betalen. Doorgaan op de bestaande weg dreigt veel te traag te gaan en is ook veel te duur geworden. We eindigen dan wel met een power house, maar zonder industrie.”

Aan fraaie vergezichten geen gebrek. De Noordzee wordt het power house van de Noordwest Europese industrie en dankzij koppeling met de Scandinavische stuwmeren is er ook bij weinig wind voldoende stroom. De ontwikkelingen gingen afgelopen jaren snel. De kosten daalden. Inmiddels verzorgt offshore wind 13% van het totale Noordwest-Europese elektriciteitsverbruik. De wittebroodsweken zijn echter voorbij. Zorgen kwamen daarvoor in de plaats. Zo gaat het Nederlandse netwerk op zee voor de eerste 21 GW de Nederlandse stroomgebruiker geen €50 miljard maar €90 miljard kosten. Wellicht zelfs meer. Daar komen de verbindingen op land nog bij. Bovendien is die 21 GW pas in 2033 of 2034 volledig operationeel en niet in 2030, wat ook de waterstofplannen verstoort. Het PBL gaat in haar Klimaat en Energieverkenning trouwens uit van 76 TWh offshore wind in 2035; dat is minder dan 20 GW.

“Huidige bezitters van windparken op zee verdienen overigens prima dankzij de hoge gas- en dus stroomprijzen”

Er zijn ook zorgen bij de buren. In de VK mislukte een tender omdat geen enkel bedrijf inschreef. Dat overkwam ook Denemarken tot haar schrik, de bakermat van wind op zee. Het aantal inschrijvingen voor de laatste Nederlandse tender was ook minimaal. Duitsland heeft inmiddels haar offshore plannen bijgesteld van 50 GW naar 40 GW in 2035. Dat is tweemaal de Nederlandse ambitie, bij een vijfmaal grotere stroomvraag. In België wil de (private) landelijk netbeheerder Elia het dure gelijkstroom gedeelte op haar Elisabeth energie-eiland voor de kust schrappen, omdat het oorspronkelijke budget “van €2,2 miljard was geëxplodeerd naar €7,5 miljard”, aldus de VRT. Eerder was de kabelverbinding van het eiland met de Deense offshore windparken al gesneuveld. Inmiddels staat de nieuwe Nautilus kabel tussen België en de UK via dit eiland, het tweelingzusje van LionLink, ter discussie, alsmede een van de drie aan te sluiten windparken. Het voorstel van Elia komt nadat de Belgische industrie alarm had geslagen over de hoog oplopende kosten voor het energie-eiland, die via de nettarieven met de Belgische afnemers zullen moeten worden opgebracht. Iets dat ook in Nederland speelt en waarop de overheid (IBO) nu studeert. Ook Denemarken heeft haar eiland-plannen vanwege sterk oplopende kosten opgeschort.

Ondertussen is de aandelenkoers van windturbinefabrikant Vestas sinds 2021 ruimschoots gehalveerd, terwijl hun concurrent Siemens Gamesa vorig jaar een verlies boekte van €1,7 miljard. De koers van het Deense Orsted, een van ’s werelds grootste offshore wind ontwikkelaars, staat zelfs op het laagste niveau ooit. Rond 2021 circuleerden grafiekjes waarin de toen sterk gestegen koers van Orsted werd vergeleken met de toen sterk gedaalde koers van Shell; met een duidelijke boodschap voor pensioenfondsen. Dat is verleden tijd. Orsted heeft inmiddels haar offshore wind investeringsverwachting tot 2030 met 25% teruggeschroefd. Shell heeft zich helemaal teruggetrokken uit de markt. Eneco/Mitsubishi heeft dat tijdelijk gedaan. Huidige bezitters van windparken op zee verdienen overigens prima dankzij de hoge gas- en dus stroomprijzen. Echter, het aantal uren dat ze moeten afschakelen door nihil of negatieve stroomprijs neemt toe. Ik schat dat vorig jaar al zo’n 10% van alle potentiële windenergie op zee getroffen werd. Dit zijn dus de vette jaren, terwijl de parken 15-20 jaar mee moeten kunnen.

“Zonder stuwmeren, geen back-up”

Parralel hieraan is de geestdrift vanuit Scandinavië om hun stuwmeren via de Noordzee te verbinden met het continent tot het absolute nulpunt gedaald. Zweden heeft een geplande kabel met Duitsland al geschrapt. De Noorse minister voor Energie dreigde zelfs enkele bestaande kabels naar Europa door te knippen. Wat overblijft zijn nieuwe Noordzee verbindingen vanuit de UK met Nederland, België en/of Duitsland. Maar dat is klein bier in vergelijking met de koppeling aan Scandinavië. Zonder stuwmeren, geen back-up.

Donkere wolken dus. Onderdeel daarvan zijn de enorme prijsstijgingen. Terwijl iedereen erop rekende dat offshore wind zoals alle hernieuwbare technologie dankzij opschaling en innovatie steeds goedkoper werd, is de laatste jaren eerder een omgekeerde trend waarneembaar. De verklaring is dat turbines qua grootte min of meer zijn uitontwikkeld, terwijl kabels en converterstations bekende technologieën zijn. Bovendien wordt ook op andere plaatsen in de wereld gewerkt aan de transitie, waardoor er schaarste is aan materialen en productiecapaciteit met lange levertijden en hoge prijzen als gevolg. De roep om extra subsidies klinkt dan ook volop.

Een geluk bij een ongeluk is dat de groei van de elektriciteitsvraag achterblijft bij de verwachtingen. Er is tot nu toe zelfs helemaal geen groei. In heel Europa zelfs niet. Naast de overvolle netwerken speelt daarbij de hoge prijs voor elektriciteit en de stijgende nettarieven een rol. Ook hangt de dreiging boven de markt dat er in de toekomst niet altijd voldoende elektriciteit tegen een redelijke prijs beschikbaar zal zijn. Dat maakt elektrificatie voor industrie en dienstverleners tot een riskante aangelegenheid, terwijl investeringen in Noord-Amerika lonken. De voorbeelden leest u bijna dagelijks in de krant.

“Formeel heeft Nederland een target van 50 GW wind op zee in 2040, maar daar gelooft niemand meer in”

Momenteel is in Nederland 4,5 GW offshore wind operationeel en nog eens 5,5 GW via tenders toegewezen. Dit jaar wordt nog eens 4 GW aan tenders uitgeschreven voor parken die vanaf 2032 operationeel zouden moeten zijn en het plan is de resterende 7,5 GW de komende jaren aan te besteden. Of dat allemaal lukt en tegen welke kosten is onbekend. Potentiële investeerders gaven deze week in het Financieel Dagblad alvast een voorwaarschuwing af. Daarbij speelt ook dat burgers en gemeenten weliswaar met de mond belijden dat de transitie moet slagen, maar vervolgens zoveel mogelijk dwars gaan liggen als er op hun grondgebied elektriciteitskabels en -masten nodig zijn. Schiermonnikoog als voorbeeld.

Misschien ben ik te pessimistisch en zal die 21 GW er volgens plan komen. Wellicht zelfs al voor 2035. Maar als dat mislukt? Formeel heeft Nederland een target van 50 GW wind op zee in 2040, maar daar gelooft niemand meer in. Vervolgens wil Nederland door naar 70 GW in 2050, met extra windparken nog verder uit de kust. Dat Nederland de Noordzee moet benutten voor duurzame energieproductie staat buiten kijf. Nederland is een dichtbevolkt land en duurzame energieproductie vergt veel ruimte. Het grote Nederlandse aandeel in de ondiepe Noordzee vormt dan een enorme asset, die voor de gehele ARRRA regio (Nederland, België en Duitsland) van eminent belang is.

De huidige donkere wolken boven de Noordzee zijn evenwel reden de huidige Noordzeeplannen nog eens goed tegen het financiële en uitvoeringstechnische licht te houden. Idealiter samen met België en Duitsland, die immers een flink deel van de Nederlandse Noordzee energie zullen gaan afnemen en daarvoor hun fair share moeten gaan betalen. Doorgaan op de bestaande weg dreigt veel te traag te gaan en is ook veel te duur geworden. We eindigen dan wel met een power house, maar zonder industrie.

Martien Visser

Martien Visser is lector energietransitie & netintegratie, Hanzehogeschool Groningen en Manager Corporate Strategy bij Gasunie. Hij schrijft zijn column op persoonlijke titel. Zijn mening komt niet noodzakelijkerwijs overeen met die van de Hanzehogeschool of Gasunie. Martien is te volgen via Twitter op @BM_Visser en via Bluesky op bmvisser.bsky.social